2-2
String Resonance (snarenresonantie)
Snarenresonantie treedt dan op, wanneer een toon vastgehouden en een andere aangeslagen wordt die in een
harmonische verhouding tot de vastgehouden toon staat.
De CN34 simuleert dit fenomeen en de mogelijkheid om het volume van de snarenresonantie in te stellen.
Demonstratie van de snarenresonantie
Om deze snarenresonantie eenvoudig te beleven drukt u de toets 'C', zoals in de grafiek aangegeven, langzaam omlaag en houdt deze
ingedrukt. Nu slaat u de met een
toets de resonantie ervan met de vastgehouden toets 'C'. Dit noemt men snarenresonantie.
C
F G
1. String Resonance instelling kiezen
Wanneer u zich in het Virtual Technician menu bevindt (vanaf pag.
79):
Met de of MENU knoppen kunt u de String Resonance
instelling kiezen.
2. String Resonance volume veranderen
Met de of VALUE knoppen kunt u het String Resonance
volume veranderen.
* Het volume van de snarenresonantie kan in het bereik van Uit, 1 -10
worden ingesteld.
* De gekozen instelling blijft behouden tot het instrument wordt
uitgeschakeld.
* Favoriete String Resonance instellingen kunt u voor altijd op
registratie geheugenplaatsen opslaan en op een willekeurig later
tijdstip eenvoudig weer oproepen. Nadere informatie hierover vindt
u op pag. 30 van deze gebruikershandleiding.
3. String Resonance instelling verlaten
Druk de MENU knoppen en gelijktijdig om de
snarenresonantie instellingen te verlaten en weer in het
hoofdmenu terug te keren.
symbool gemarkeerde toetsen kort aan. U hoort nu naast de originele toon van de aangeslagen
D
B
F G
C
B
G
C
E
G
C D E
2-2 String Reso.
= 5
2-2 String Reso.
= 5
2-2 String Reso.
= 8
B
G
C
81