Kookhulpfuncties
nl
–
Heeft de kookzone een lagere of hogere
temperatuur dan de pan, dan wordt de kooksensor
niet op de juiste manier geactiveerd.
Temperatuurstanden
Temperatuurstand
1
zeer laag
2
laag
3
laag gemiddeld Het bakken of braden van vis en dikke producten, zoals bijv. gehaktballen en worstjes.
4
gemiddeld
hoog
5
hoog
Zo stelt u in
Kies de juiste temperatuurstand in de tabel. Een lege
pan op de kookzone plaatsen.
1
De kookzone kiezen en het symbool
de kookzone-indicatie is
'‚
temperatuurstand
2
Binnen de volgende 10 seconden met de twist-knop
de gewenste temperatuurstand kiezen.
3
In de kookzone-indicatie wordt het verloop van het
opwarmproces van
knippert in afwisseling met de ingestelde
temperatuurstand. Als de ingestelde
braadtemperatuur bereikt is, klinkt er een signaal
en verdwijnt de opwarmindicatie. De
temperatuurstand wordt opnieuw weergegeven.
4
Doe wanneer de braadtemperatuur bereikt is eerst
de olie en vervolgens de gerechten in de pan.
Aanwijzing: U dient de gerechten te keren, zodat ze niet
aanbranden.
26
Geschikt voor
Bereiden en reduceren van sauzen, stoven van groente en bakken van gerechten met koudgeperste
olijfolie, boter of margarine.
Bakken en braden van gerechten met koudgeperste olijfolie, boter of margarine, bijv. omeletten.
Het bakken van steaks, medium of well done, gepaneerde diepvriesproducten, dunne bakproducten
zoals schnitzels, in reepjes gesneden vlees in saus, en groente.
Het bakken en braden van gerechten bij hoge temperaturen, bijv. aardappelpannenkoekjes, gebakken
aardappels en steaks rare (saignant).
Ú
aanraken.In
Ú
verlicht en wordt de
weergegeven.
¬
ª
tot
weergegeven en dit
–
Als u met een grote hoeveelheid olie braadt, dan
altijd volgende kooksensorfunctie gebruiken: met
een grote hoeveelheid olie in een pan braadt,
temperatuur op 160 - 180 °C instellen.
De braadsensor voor pannen uitschakelen
De kookzone selecteren en het symbool
met de twist-knop de temperatuurstand
weerklinkt een signaal en het symbool
functie is gedeactiveerd.
Kooksensor
Met deze functie kunt u levensmiddelen opwarmen,
garen, koken, met de snelkookpan koken of in een pan
met ruim olie bij gecontroleerde temperatuur frituren.
Voor de FlexZone beschikbaar.
Voordelen
▯
De kookzone verwarmt alleen om de temperatuur te
behouden. Dit spaart energie. Olie of vet raken niet
oververhit.
▯
De temperatuur wordt voortdurend gecontroleerd.
Op deze manier wordt voorkomen dat er voedsel
overkookt en u hoeft de temperatuurstand niet te
wijzigen.
▯
De kooksensorfuncties melden wanneer het water
of de olie de optimale temperatuur heeft bereikt om
het product toe te voegen (zie uitzonderingen in de
tabel voor producten die meteen aan het begin
worden toegevoegd).
Aanwijzingen
–
Gebruik potten en pannen met een egale en dikke
bodem. Gebruik geen potten en pannen waarvan de
bodem dun of vervormd is.
–
De pan zo vullen dat de inhoud de juiste hoogte
bereikt om de siliconenpatch van de kooksensor af
te dekken.
–
Als u met weinig olie braadt, altijd de braadsensor
voor pannen gebruiken.
–
Plaats de pan op zo'n manier dat de draadloze
kooksensor naar de buitenzijde van de kookplaat
wijst.
Ú
aanraken of
‹
instellen. Er
Ú
verdwijnt. De