Een laserprinter verwarmt het papier tot een temperatuur van 225°C voor MICR-toepassingen
(Magnetic Ink Character Recognition) en 205°C voor niet-MICR-toepassingen. Gebruik alleen papier
dat dergelijke temperaturen kan verdragen zonder te verkleuren, uit te lopen of gevaarlijke stoffen af te
geven. Informeer bij de fabrikant of leverancier of het papier dat u hebt gekozen geschikt is voor
gebruik in laserprinters.
Ongeschikt papier
Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt afgeraden:
•
chemisch behandelde papiersoorten waarmee kopieën kunnen worden gemaakt zonder
carbonpapier, ook wel "carbonless copy paper" (CCP) of "no carbon required paper" (NCR)
genoemd;
•
coated papier (uitwisbaar bankpostpapier);
•
meervoudige formulieren en documenten;
•
voorbedrukte papiersoorten waarvoor een registrering (nauwkeurige positionering van de
afdruk) van meer dan ±0,23 mm is vereist, zoals OCR-formulieren (optical character
recognition);
in sommige gevallen kunt u de registrering aanpassen met de toepassing waarmee u afdrukt
op deze formulieren;
•
voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer;
•
voorbedrukt papier dat niet voldoende bestand is tegen de temperatuur in het
verhittingsstation;
•
papier met ruwe of gekrulde randen;
•
synthetisch papier;
•
thermisch papier;
•
kringlooppapier van minder dan 60 g/m
•
kringlooppapier dat meer dan 25% afvalstoffen bevat en niet voldoet aan de norm DIN 19 309.
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen
Houd u aan de volgende richtlijnen als u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier selecteert voor
de printer.
•
Het beste resultaat bereikt u met papier waarvan de vezels in de lengterichting lopen.
•
Gebruik alleen formulieren en briefhoofdpapier die zijn gelithografeerd of gegraveerd.
•
Kies papier dat inkt absorbeert, maar waarop inkt niet uitloopt.
•
Gebruik geen papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak.
2
;
21