3
Afdruk- en wachtstandtaken
Wanneer u een afdruktaak naar de printer verzendt, kunt u in het stuurprogramma opgeven dat de
taak in het printergeheugen moet worden opgeslagen, oftewel in de wachtstand moet worden
geplaatst. Wanneer u de afdruktaak daadwerkelijk wilt uitvoeren, geeft u via de menu's van het
bedieningspaneel op welke wachtstandtaak u wilt uitvoeren.
Opmerking: Voor afdruk- en wachtstandtaken moet minimaal 16 MB printergeheugen
beschikbaar zijn. Het is raadzaam om te werken met minimaal 32 MB
printergeheugen en een vaste schijf.
Klik op een onderwerp voor meer informatie.
• Wachtstandtaken
afdrukken en verwijderen
• Opmaakfouten
• Gecontroleerde
afdruktaak
• Gereserveerde afdruktaak
• Toegang tot
wachtstandtaken via het
bedieningspaneel
• Herhaalde afdruktaak
• Vertrouwelijke afdruktaak
12