Liquiline Control CDC90
7
6
5
4
21
Spoelblok met 2 armaturen (1e en 2e meetpunt)
1.
Spoel de leiding grondig.
2.
Sluit het spoelwater (7) aan op de wateraansluiting (6) van het spoelblok.
3.
Sluit het spoelkameraansluiting (4) op het spoelblok (5) aan op de spoelaansluiting (3)
van het omschakelventiel (2).
4.
Sluit de spoelaansluitingen van de armaturen (1) aan op de spoelaansluitingen van het
omschakelventiel, 1e meetpunt rechts, 2e meetpunt links.
Inkorten van de multislangen
De slangen in de multislang moeten afhankelijk van de afstand worden aangepast.
1.
Schroef de M3-multislang van het spoelblok.
2.
Verwijder de gegolfde slang (buitenmantel van multislang) van de bevestiging en de
stekker.
3.
Plaats de slangen en kabels verder in de gegolfde slang zodat deze er aan de andere
kant uit kunnen worden getrokken.
4.
Trek de slangen en kabels uit tot het punt waar de gegolfde slang moet worden
ingekort.
5.
Snij de gegolfde slang voorzichtig in. Zorg ervoor dat de interne slangen en kabels niet
beschadigd raken.
6.
Kort de gegolfde slang in tot de gewenste lengte.
7.
Trek de slangen door de bevestiging en stekker.
8.
Borg de gegolfde slang in de beugel.
De totale lengte van de slangen tot meetpunt 1 en 2 mag niet langer zijn dan 10 m (32.8
ft).
Endress+Hauser
Montage
1
2
3
A0033443
35