Instructies voor de zaaimachine
BELANGRIJKE INFORMATIE
Deze apparatuur is alleen bedoeld voor
het zaaien van graszaad op gazons. Al
het andere gebruik zoals het verspreiden
van kalk of mest is niet juist en kan de
apparatuur beschadigen.
Algemene informatie
Het zaadmagazijn wordt achter op de machine
gemonteerd. De zaden worden gestrooid met een
laterale ruimte van ongeveer 3,8 cm nadat de
messen de aarde hebben gesneden.
Deltamessen worden aangeraden voor zaaien.
Voor een meer uniforme bedekking raden we aan
om eerst in een richting te zaaien en dan nog een
keer in een hoek van 45° van de eerste zaaibeurt.
Met deze methode moet het zaad op de helft van
de aanbevolen hoeveelheid worden gezet voor
ongeveer 93 m
2.
De zaaimachine verwijdert de viltlaag niet. De
viltlaag moet worden verwijderd voor aanvang van
het zaaiproces. De zaden moeten met aarden
worden bedekt om te ontkiemen.
Het zaadmagazijn afstellen
Aan de achterkant van het zaadmagazijn zit een
zaaitoepassingskaart. De zaaddraaischijf is ook op
de handgreepstang van de machine geplaatst. Stel
de zaadstroom in door de vleugelmoer los te
draaien, de draaischijf naar de juiste instelling te
draaien en de vleugelmoer weer vast te zetten. De
zaadregelhendel is op de handgreep van de
zaaimachine geplaatst.
Wanneer de zaadregelhendel in de open stand
staat, regelt de draaischijf de mate waarin de
zaadpoort open staat. De stroom zaad kan met de
zaadregelhendel wordt gestopt wanneer u draait
en zaad bijvult.
Onderhoud
Controleer voor gebruik of de gaten waardoor het
zaad vrijkomt niet dicht zitten met aarde of iets
dergelijks.
Maak de apparatuur na gebruik zorgvuldig schoon.
Smeer na het schoonmaken om corrosie te
voorkomen. Smeer verbindingen en lagers en
ongelakte metalen oppervlakken.
MONTAGE ZAAIMACHINE
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig met de geluiddemper
wanneer u het deksel van het zaadmagazijn
opent, omdat de geluiddemper zeer warm
kan zijn en brandwonden kan veroorzaken.
DT22RF
8011-119
49