Onderhoudsschema
Hieronder volgt een lijst van de onderhoudsprocedures die op de machine moeten worden
uitgevoerd. Voor de punten die niet in dit handboek worden beschreven, moet u een erkende
servicewerkplaats bezoeken.
Onderhoud
Controleer het oliepeil van de motor
Vervang de motorolie
Controleer het luchtfilter
Maak het luchtfilter schoon
Vervang het luchtfilter cartridge
Maak het slibreservoir van het brandstofsysteem schoon
Controleer de bougie en maak schoon
Vervang de bougie
Controleer het stationair toerental
Controleer de klepspeling en stel af
Maak de brandstoftank schoon
Controleer, vervang brandstofleidingen indien nodig
Controleer de koppeling en koppelingskabel
Controleer de borgringen van de snijmessen
Controleer plaatjes en waarschuwingstekens
Controleer de zaadgaten in de zaaimachine
Controleer slijtage en spanning van de riemen
Controleer slijtage en conditie van de messen
Controleer het chassis, bouten en instelschroeven
Controleer de zaaicontrolehendel van de zaaimachine
Controleer de draadbevestigingen op de zaaimachine
Smeren, zie het Smeerschema
1)
Eerste vervanging na 20 uur.
moet de machine twee keer per week worden gesmeerd.
uitgevoerd.
= Beschreven in deze handleiding.
= Niet beschreven in deze handleiding.
Er mogen geen servicewerkzaamheden aan de motor of de machine
worden uitgevoerd tenzij:
•
De motor is gestopt.
•
De ontstekingskabel van de bougie is gehaald.
•
De machine goed is geparkeerd op een plaats waar hij niet kantelt
of gaat rollen.
ONDERHOUD
1)
2)
2)
4)
4)
2)
Onder stoffige omstandigheden is onderhoud nodig met kortere intervallen.
Dagelijks
onderhoud
Blad-
voor de
zijde
start
34
34
25
25
25
26
27
27
26
-
-
4, 5)
-
-
-
-
-
28
29
-
-
-
4)
Uitgevoerd door een erkende servicewerkplaats.
WAARSCHUWING!
Onderhoudsintervallen
maanden/uren
1/25
3/50
6/100
3)
Bij dagelijks gebruik
5)
Om de twee jaar
12/300
25