Snij-eenheid
De aandrijfriem controleren
1. Laat de motor afkoelen.
2. Verwijder de bougiekabel.
3. Verwijder de riembescherming (zie afbeelding)
aan de linkerkant van de machine.
4. Controleer of de riem in het juiste spoor loopt, de
poelies moeten de riem in een rechte lijn leiden.
5. Controleer of de riem en de poelies niet vet van
de olie zijn. Wanneer dit het geval is, moet u
eerst proberen ze met alcohol te reinigen.
Wanneer ze bedekt zijn met een dikke laag,
moet u de machine naar een erkende
servicewerkplaats brengen om de olielekkage te
repareren en de riem te vervangen.
6. Controleer de riem op barsten, hittebeschadiging
of versleten randen. Wanneer deze symptomen
optreden moet u de aandrijfriem vervangen, zie
"De aandrijfriem vervangen".
7. Controleer of de geleide- en spanapparatuur
voor de riem niet te los zijn en goed zijn
ingesteld, zie "De aandrijfriem vervangen".
8. Plaats de riembescherming terug.
De aandrijfriem vervangen
Vervang de aandrijfriem als volgt:
1. Geef de motor tijd om af te koelen.
2. Verwijder de bougiekabel.
3.
Verwijder de riembescherming.
4.
Verwijder de oude riem.
5.
Controleer de poelies op slijtage en vervang
indien nodig.
6.
Controleer de poelie-instelling tegen de
rotorpoelie en stel af indien nodig. De riem moet
in het spoor lopen.
7.
Controleer de spanpoelie. De lagers moeten vrij
en gelijkmatig draaien. De schommelarm op de
spanpoelie moet vrij zijn met een laterale speling
van niet meer dan 6,5 mm (zie afbeelding).
Vervang indien nodig.
8.
Plaats een nieuwe riem door deze eerst over de
onderste poelie en dan over de motorpoelie te
trekken. Controleer of de spanpoelie en de
riemgeleiders buiten de riemlus eindigen.
9.
Stel de riemgeleiders af indien nodig en plaats
de riembescherming terug.
ONDERHOUD
8011-027
RIEMKAP
DT06
DT07
8011-245
29