Ontstekingssysteem
De motor is uitgerust met een elektronisch
ontstekingssysteem. Alleen de bougie heeft
onderhoud nodig.
Voor de aanbevolen bougie, zie het hoofdstuk
"Technische gegevens".
BELANGRIJKE INFORMATIE
Het plaatsen van het verkeerde type
bougies kan de motor beschadigen.
1. Verwijder de schoen van de ontstekings-
kabel en maak schoon rond de bougie.
2. Verwijder de bougie met een 21 mm
bougiesleutel.
3. Controleer de bougie. Vervang de bougie
indien de elektroden verbrand zijn of wanneer
de isolatie is gebarsten of beschadigd. Maak
de bougie schoon met een stalen borstel
wanneer deze opnieuw wordt gebruikt.
4. Meet de elektrodenafstand met een voeler.
De afstand moet 0,7-0,8 mm zijn. Stel zoveel
af als nodig is door de zij-elektrode te buigen.
5. Plaats de bougie terug en draai handmatig
vast om beschadiging van de schroefdraad
te voorkomen.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Niet voldoende aangedraaide bougies
kunnen oververhitting veroorzaken en de
motor
beschadigen.
vastdraaien van de bougie kan de draad in
de cilinderkop beschadigen.
5. Nadat de bougie goed zit, moet u deze
vastdraaien met een bougiesleutel tot de ring
is samengedrukt. Een gebruikte bougie moet
1/8-1/4 slag worden gedraaid vanaf de
aanligpositie. Een nieuwe bougie moet 1/2
slag worden gedraaid vanaf de aanligpositie.
6. Vervang de schoen van de
ontstekingskabel.
28
ONDERHOUD
Het
te
hard
8011-027
8011-054