Basisbediening
Het beeldscherm bijstellen
(MONITOR)
1. Druk op de knop [ADJ] en raak vervolgens de
toets [MONITOR] aan.
2. Regel de gewenste instelling.
Zie het volgende gedeelte voor meer
informatie.
3. Raak de toets [Back] aan om terug te keren
naar het voorgaande scherm.
* In de volgende gedeelten worden alleen de
details betreffende de bijstellingen
beschreven. De procedure voor het selecteren
van opties wordt weggelaten.
De kleur van de titel- en
opdrachtbalk op het scherm
wijzigen
2-1. Raak de toets []] van de optie MONITOR
ADJ aan om het scherm Monitor Adjust te
laten verschijnen.
* U kunt dit scherm ook rechtstreeks bereiken
door op de knop [MONI] te drukken.
2-2. Raak de toets [AUTO], [DAY] of [NIGHT]
aan om de kleurenmodus in te stellen (de
fabrieksinstelling is "AUTO").
"AUTO" :
De kleur wordt ingesteld afhankelijk van de
status van de voertuigverlichting.
Als de voertuigverlichting is uitgeschakeld:
lichtgrijs
Als de voertuigverlichting is ingeschakeld:
donkergrijs
"DAY" :
De kleur wordt ingesteld op lichtgrijs.
"NIGHT" :
De kleur wordt ingesteld op donkergrijs.
Opmerking:
• De instelling voor de optie MONITOR ADJ die is
ingesteld in de modus NAVI wordt teruggezet naar
"AUTO" (de standaardfabrieksinstelling) wanneer
de speler wordt uitgeschakeld of de verlichting van
het voertuig wordt in- of uitgeschakeld.
De helderheid, kleurverzadiging,
kleurtoon en dimmer instellen
Opmerking:
• Deze functie is niet beschikbaar wanneer het lcd-
scherm is ingeklapt.
• De instellingen voor kleurverzadiging (Color) en -
toon (Hue) kunnen alleen worden geregeld in de
modus DVD Video, Video CD, TV/VTR, VISUAL
en DVD Changer, en uitsluitend wanneer de auto
stil staat en de handrem is ingeschakeld.
• De kleurtoon (Hue) kan alleen worden geregeld als
de modus NTSC is geselecteerd.
2-1. Raak de toets []] van de optie MONITOR
ADJ aan om het scherm Monitor Adjust te
laten verschijnen.
* U kunt dit scherm ook rechtstreeks bereiken
door op de knop [MONI] te drukken.
2-2. Raak de toets [Bright] enkele malen aan om
te selecteren wat u wilt instellen.
Achtereenvolgens verschijnen de volgende
opties:
[Bright] ➜ [Color] ➜ [Hue] ➜ [Dimmer] ➜
[Bright] ...
"Bright" :
De helderheid van het scherm.
"Color" :
De kleurverzadiging.
"Hue" :
De kleurtoon (rood wordt versterkt of groen
wordt versterkt).
"Dimmer" :
De helderheid van het scherm bij in- of
uitgeschakelde voertuigverlichting.
De fabrieksinstelling is:
Als de voertuigverlichting is uitgeschakeld:
hoogste helderheidsinstelling (58)
Als de voertuigverlichting is ingeschakeld:
gemiddelde helderheidsinstelling (29)
2-3. Raak de toets [[] of []] aan om de instelling
te regelen.
"Bright"
[]] : Het beeld lichter maken.
[[] : Het beeld donkerder maken.
"Color"
[]] : De kleurverzadiging verhogen.
[[] : De kleurverzadiging verlagen.
"Hue"
[]] : Het groengehalte verhogen.
[[] : Het roodgehalte verhogen.
"Dimmer"
[]] : Het beeld lichter maken.
[[] : Het beeld donkerder maken.
363