Inhoudsopgave
Advertenties
In RS422 modus
De communicatie volgens RS422 vereist het gebruik van een interface (optie) verbonden met
de PC. De fysische verbinding tussen de PLC en OctoBUS 64 centrale dient gerealiseerd
respecterend de standaardvereisten van RS422 :
• De kabellengte mag de 300 m niet overschrijden
• De kabel moet zijn eigen blindering hebben
• De blindering van de kabel dient verbonden te worden met de massa van de PLC
• Gebruik een paar getorsadeerde geleiders per signaal (1 paar TX+/TX-, 1 paar RX+/RX-)
De gebruikte kabel mag dezelfde zijn als gebruikt voor de CAN bus (type FTP Cat 5E –
) of een ander type compatibel met de RS422 norm (bijvoorbeeld TPVF).
"Kabel voorbeeld" - p14
CAN Master
8mm
Interface
(connector Ext)
RX+
1
RX-
Kabel FTP Cat. 5E
2
TX+
of TPVF
3
TX-
4
Max. 300m
GND
8
Fig. 49
De
RS422
geconfigureerd te worden volgens de instructies van
de bijgeleverde handleiding.
RX+
Moederkaart
RX-
TX+
TX-
GND
Fig. 50
OctoBUS 64 - Installatie
Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc
Blindering
TX+
TX-
GND
RX-
RX+
interface
dient
bekabeld
Connector Ext
1
Y
CAN Master Interface
2
Z
3
A
4
B
5
6
7
8
GND
Interface
Dip Switches
RS422
ON
1 2 3 4
• Ontmantel de geleiders van de
kabel over een afstand van 8 mm.
Interface
• 1 paar geleiders TX+ en TX-, 1
RS422
paar geleiders RX+ en RX-, en 1
geleider aan GND aansluiten aan
de interface.
PC
• Verbind de blindering van de
kabel aan de massa van de
interface (GND).
en
• Sluit de klemmen 1, 2, 3, 4 en 8
van de Ext. Connector van de
CAN Master Interface kaart aan
op het andere kabeleinde (
• Verbind de interface aan de PC
met behulp van de met de
interface meegeleverd kabel.
• Plaats de selector Ext/PC van
de CAN Master Interface kaart op
de Ext positie.
• Plaats de Dip Switches van de
CAN Master Interface kaart op de
volgende manier :
Switch
Selector Ext.
1
2
3
4
• Configureer
volgens de instructies van de
bijgeleverde handleiding.
Vgl.
).
Fig. 50
Stand
OFF
OFF
OFF
OFF
de
interface
25
Advertenties
Inhoudsopgave
