Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Bus Can; Voorbeelden Van Kablering - DALEMANS OCTOBUS 64 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor OCTOBUS 64:
Inhoudsopgave

Advertenties

Aansluiting bus CAN

Klem
Aanduiding
1
V-
2
CAN_L
3
SHD
4
CAN_H
5
V+
Kableringsprincipe.
Het kabelprincipe "ster" is niet compatibel met het gebruik van de CAN bus.
De boomstructuurkablering is realiseerbaar onder bepaalde voorwaarden en mits aangepaste
CAN-repetitoren
Elk kabeleinde van de bus dient voorzien te
worden van een weerstand van 124 Ohm.
Deze weerstanden, geleverd bij elke installatie, moeten geplaatst worden tussen de signalen
CAN_L et CAN_H van het betreffende bussegment. Deze weerstand wordt steeds voorzien op
de CAN Master Interface kaart en op de relaiskaart. Om los te koppelen, verwijder jumper
JP201
CAN Master
Fig. 6 - p4)
(
De eindelusweerstand is niet nodig indien het betrokken bussegment niet verder reikt dan 1.5m.

Voorbeelden van kablering

Det.
Det.
Det.
Fig. 30
R
124Ω
Det.
Det.
Fig. 31
OctoBUS 64 - Installatie
Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc
Beschrijving
Voeding – (GND)
Bus signaal laag dominant (CAN Low)
Blindering (Shield)
Bus signaal hoog dominant (CAN High)
Voeding + 24V
of jumper JP110 (Relaiskaart
CENTRALE
OctoBUS 64
Det.
Det.
Jumper JP201 Off
CENTRALE
OctoBUS 64
Det.
Det.
L
Max
De fysische verbinding tussen de
verschillende modules van de CAN
bus wordt uitgevoerd met behulp
van
posities.
Fig. 8 - p5
Voorbeeld 1:
Pas op: Niet in "ster" bekabelen
Det.
(Fig. 30)
Det.
Det.
Voorbeeld 2:
De centrale wordt beschouwd als
R
een module van de CAN bus.
124Ω
R
124Ω
jumper JP201 op de CAN Master
Interface
Det.
Det.
De
verdeeld over de 2 aftakkingen
van de bus.
een
aansluitklem
).
.
is niet nodig
verwijder de
.
(Fig. 6 - p4)
maximale
kabellengte
.
(Fig. 31)
met
5
is
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave