Bijkomende voeding
Een groot aantal mogelijke configuraties van installaties gebaseerd op de OctoBUS 64 zijn
mogelijk. Een aantal installaties hebben een bijkomende voeding nodig die in optie verkrijgbaar
is.
Deze voeding wordt standaard ingebouwd in elke OctoBUS 64 centrale bestemd voor het
besturen van minstens 6 detectors.
Fig. 9
Noodbatterijen
De noodbatterijen worden geplaatst in een aparte kunstofbehuizing (
metalen behuizing van de centrale.
Afmetingen: 177 x 60 x 35 mm
Fig. 10
Analoge in - en uitgangen (CAN I-420 of CAN O-420)
Dankzij de ingangsmodule CAN I-420, is het mogelijk sensoren of detectors met een analoog
signaal in een stroomlus van 4-20mA te gebruiken op de OctoBUS 64 centrale.
De uitgangsmodule CAN O-420 laat ons toe om een analoog uitgangssignaal vrij te geven aan
de eenheden met 4-20mA ingangslussen. (bv: PLC, programmeerbare besturingen, enz...)
Fig. 11
6
Basismodel
Voeding
Ingang
Stroom (In)
Voeding
Uitgang
Stroom
Vermogen
Montage
Vgl. 3.2 - p11
Karakteristieken
Aantal
Type
Voeding
Capaciteit
Keuring
Specificaties
karakteristieken
CAN I-420
Spanning
Verbruik
Type ingang
4-20mA
Type uitgang
CAN
Aansluiting
7 schroef aansluitklemmen
Montage
OctoBUS 64 - Installatie
230Vac
0.75A
24Vdc
2A
48W
op DIN rail
) of binnenin de
2
herlaadbaar
12 Vdc
2.1 tot 38 Ah
VDI
lekdicht
Niet ontplofbaar
CAN O-420
10..30Vdc
50mA
CAN
4-20mA
Op DIN-rail
Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc