Dalemans NV is niet verantwoordelijk voor directe of indirecte beschadigingen of een schadevergoeding direct of indirect voorkomend uit het niet naleven van deze richtlijnen. De plannen, schema’s en informatie van deze handleiding zijn eigendom van Dalemans NV en mogen niet gekopieerd of gebruikt worden zonder zijn uitdrukkelijke goedkeuring.
3.11. Aansluiting van een Data Logger (PC) ............23 3.12. Aansluiting op een PLC ................26 4. INDIENSTSTELLING.................... 30 4.1. Opstarten ...................... 30 4.2. Regeling en posities van de jumpers............30 5. TECHNISCHE KARAKTERISTIEKEN ..............31 OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
De programmatie van de centrale en de CAN modules gebeuren via een externe PC met een duidelijk en beknopt menu dat toegang geeft tot verschillende parameters van de installatie. De centrale Octobus 64 kan direct verbonden worden met een printer, een PC of een PLC voor het verzamelen van de installatiegegevens.
Het identificatie-etiket is geplaatst op de montageplaat binnenzijde metalen behuizing. Fig. 3 1.4. Samenstelling Uitlezingkaart In de basisconfiguratie is de OctoBUS 64 centrale steeds uitgerust moederkaart, een CAN interface kaart en een uitlezingkaart. Hieraan kunnen bijkomende relaiskaarten, noodbatterijen, externe voedingen, enz.
Pagina 8
- 1 Led Rx : ontvangen van geg. aansluitklem 124Ω - 1 Led Tx : verzenden van geg. - 1 Led PWR : in bedrijf. Fig. 6 De leds Rx en Tx geven de activiteit op de CAN bus aan. OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
(Vgl. 3.6 Contact 3A/230Vac 0.8A/30Vdc of in de behuizing van de centrale zelf. - p18) Serienummer StoringsLED Led in dienst Jumper JP110 (R 124Ω Zekering CANbus Relaisuitgang storing 8 relaisuitgangen Max 0.8A/30Vdc Max 3A/230Vac Fig. 8 OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
Bijkomende voeding Een groot aantal mogelijke configuraties van installaties gebaseerd op de OctoBUS 64 zijn mogelijk. Een aantal installaties hebben een bijkomende voeding nodig die in optie verkrijgbaar Deze voeding wordt standaard ingebouwd in elke OctoBUS 64 centrale bestemd voor het besturen van minstens 6 detectors.
DIN rail Fig. 12 Printer De OctoBUS 64 centrale kan met een printer verbonden worden voor het uitprinten van een activiteitenverslag van de installatie (alarmen, storingen, enz.). De printer kan een thermisch model zijn met oprolmechanisme dat in het frontpaneel kan geplaatst worden of een standaard externe printer voor plaatsing op afstand.
Verbinding met een PLC Deze optie laat toe dat de PLC de gegevens van de installatie kan lezen. De verbinding tussen de OctoBUS 64 centrale en de PLC gebeurt via de connectors van de CAN Master Interface kaart. Karakteristieken Protocol...
Plaats de afdekkapjes op de schroeven (Fig. 21). • Voer de kabels in de behuizing 260 mm door de wartels met aangepaste diameter. 143 mm • Monteer het deksel en het front opnieuw. Fig. 21 Fig. 20 OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
Zij is niet verbonden met het elektronische circuit en dient enkel voor de verbinding met andere apparaten. Onder deze aansluitklem bevindt zich het teken "functionele aarding" die aanduidt dat zij gebruikt wordt voor een directe elektrische aansluiting. OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
• Verbind de batterijen met de centrale (Fig. 25) Opmerking : Het is nodig de batterijlader te activeren en de laadspanning van batt. 12 V batt. 12 V de batterijen te regelen (Vgl. 4.2 - Fig. 25 p30) OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
3.3. Aansluiting van de randapparatuur Moederkaart Voor aansluiting randapparatuur beschikt centrale OctoBUS 64 in basisversie over 5 relais met elk 1 potentiaalvrij wisselcontact. Een relaiskaart met 8 bijkomende relais kan in optie bijgeleverd worden. Deze relais zijn adresseerbaar en functie hangt programmatie van de centrale.
Voor de berekening van de toegestane kabellengten en de dimensionering van de aansluitparameters van de installatie in het algemeen, neem contact met DALEMANS NV. Een overzichtelijk plan van de kabelaring met aanduiding van de toegestane kabellengten, eventuele repetitoren en de manier van aansluiten wordt met elke installatie meegeleverd.
4 paar gedraaid (4 x 2 x 0.5mm) Blauw/wit Kabel FTP 4 x 2 x 0.5mm CAN L Blauw CAN H Verdrievoudig de geleiders voor de Bruin Groen voeding van de bus. Oranje Afscherming Fig. 29 OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
124Ω jumper JP201 op de CAN Master Interface (Fig. 6 - p4) Det. Det. Det. Det. Det. Det. maximale kabellengte verdeeld over de 2 aftakkingen van de bus. (Fig. 31) Fig. 31 OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
Pagina 20
(Fig. 34) Dét. Dét. Dét. Dét. Dét. In dit geval dient de sectie van deze bijkomende voedingskabel minstens 1.5 mm zijn. Voeding 2 Voeding 2 Bus + Voed. 1 Bus + Voed. 2 Fig. 34 OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
124Ω Det. Det. Det. Aarding Afscherming Fig. 36 Voor de aansluiting van een centrale met meer dan 8 detectors (metalen behuizing Fig. 3 - ), raadpleeg het met de installatie meegeleverde kableringschema. OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
• Verbind de voeding van de Relaiskaart Relaiskaart (V+ en V-) met de Voeding 24 Vdc bijkomende voeding (Fig. 38) JP110 ON Opmerking: Relaiskaart Indien de Relaiskaart niet op het einde segment 230 Vac verwijder dan jumper JP110. Fig. 38 OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
Bus 2a Bus 2b repitor (Vgl. "Kableringsprincipe" - p15) 124 Ω Fig. 39 De OctoBUS 64 aanvaardt tot 8 MAXIMUM repitors! • Verbind versterken communicatie van de bus op de aansluitklemmen CAN1-L CAN1-H van de repitor (Input - CAN Repeater Ingang).
Opmerking: Zoals voor alle andere noden, als de CAN-I420 op het einde van een segment staat, plaats een weerstand van 124 Ohm tussen CAN High en CAN Low van zijn klemmen ( Vgl. "Kableringsprincipe." - p15 OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
Voorbeeld: Berekening van de TOTALE lusweerstand voor een voedingspanning van 24V. − − Ω De maximale aanvaarbare weerstand voor de externe meeteenheid is 250Ω. Bijgevolg de maximale aanvaarbare weerstand van de kabel is : − Ω Kabel OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
3.10. Aansluiting van een Printer (RS232) De fysische verbinding tussen de locale printer van de OctoBUS 64 centrale dient te worden uitgevoerd volgens de standaard vereisten voor RS232 : • Maximale kabellengte 10 m • De kabel heeft zijn eigen blindering •...
Fig. 46 3.11. Aansluiting van een Data Logger (PC) In functie van de afstand die de OctoBUS 64 scheidt van de PC op dewelke de Data Logger is geïnstalleerd, worden de communicatiemodes RS232 of RS422 gebruikt. Opdat de Data Logger actief zou zijn dient de PC opgestart en de optie "Data Logger"...
Pagina 28
In RS232 modus De fysische verbinding tussen de PC en de OctoBUS 64 centrale dient gerealiseerd respecterend de standaard vereisten van RS232 : • Maximale kabellengte 10m • De kabel heeft zijn eigen blindering • De blindering van de kabel dient met het metalen gedeelte aan de PC kant te worden verbonden.
Pagina 29
In RS422 modus De communicatie volgens RS422 vereist het gebruik van een interface (optie) verbonden met de PC. De fysische verbinding tussen de PLC en OctoBUS 64 centrale dient gerealiseerd respecterend de standaardvereisten van RS422 : • De kabellengte mag de 300 m niet overschrijden •...
3.12. Aansluiting op een PLC In functie van de afstand waarop de OctoBUS 64 centrale zich van de PLC bevindt, kunnen de communicatiemogelijkheden via RS232, RS422, RS485 worden gebruikt. Afhankelijk van de communicatie en het model van de gebruikte PLC, kan het nodig zijn een interface te gebruiken om de PLC te verbinden met de OctoBUS 64 centrale.
Pagina 31
In RS232 modus De fysische verbinding tussen de PLC en OctoBUS 64 centrale dient gerealiseerd respecterend de standaardvereisten van RS232: • De kabellengte mag de 10 m niet overschrijden • De kabel moet zijn eigen blindering hebben • De blindering van de kabel dient verbonden te worden met het metalen deel van de connector aan de PLC zijde •...
Pagina 32
In RS422 modus De fysische verbinding tussen de PLC en OctoBUS 64 centrale dient gerealiseerd respecterend de standaardvereisten van RS422: • De kabellengte mag de 300 m niet overschrijden • De kabel moet zijn eigen blindering hebben • De blindering van de kabel dient verbonden te worden met de massa van de PLC •...
Pagina 33
In RS485 modus De fysische verbinding tussen de PLC en OctoBUS 64 centrale dient gerealiseerd respecterend de standaardvereisten van RS485: • De kabellengte mag de 1200 m niet overschrijden • De kabel moet zijn eigen blindering hebben • De blindering van de kabel dient verbonden te worden met massa van de PC •...
4 en 5. Uitlezingkaart Regelen schermcontrast Draai aan de potentiometer P150 met behulp van een platte (Fig. 58) schroevendraaier (breedte max. 3 mm) om het gewenste contrast te bekomen. Potentiometer P1510 Fig. 58 OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...
Omkeerbare deuropening Materiaal Halogeenvrij-kunststof Afmetingen H x L x D (mm) Beschermingsgraad IP55 Beschikbare behuizingen Omkeerbare deuropening Materiaal Gelakt staal (poederlak) Afmetingen H x L x D (mm) 400 / 600 / 800 Beschermingsgraad IP54 OctoBUS 64 - Installatie Man-OBus-IN-Nl-V2R0.doc...