2.2. 30 mm van de kabelmantel van de buskabel ver-
wijderen.
30 mm
2.3. Gevlochten afscherming terugschuiven tot 10 mm
over de kabelmantel.
2.4. Afschermfolie tot de gevlochten afscherming ver-
wijderen en afsnijden.
2.5. Van elke ader 9 mm isolatie verwijderen.
2.6. Strengen van elke ader vlechten.
2.7. De gestripte aders in de pins plaatsen.
2.7.1. Bedieningsgereedschap of schroevendraaier
(lemmet 2,5 x 0,4 mm) in aansluitvergrendeling
aan pin 5 steken en daardoor aansluitvergren-
deling deblokkeren.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83059600nNL | ait-deutschland GmbH
2.7.2. Kabel met gevlochten afscherming van boven-
af op contactveer leggen en bruine ader tot de
aanslag in pin 5 invoeren.
2.7.3. Bedieningsgereedschap of schroevendraaier uit
de aansluitingsvergrendeling trekken en zo de
aansluiting vergrendelen.
2.7.4. Op dezelfde manier de 3 andere aders in de bij-
behorende pins plaatsen.
Aderbezetting van de pinnen
Witte ader van de buskabel
Groene ader van de buskabel
Gevlochten afscherming op contactveer
Gele ader van de buskabel
Bruine ader van de buskabel
LET OP
Voor elke ingebrachte ader controleren of deze stevig
in de pin zit.
2.8. De gevlochten afscherming op de contactveer
leggen en zo inkorten dat deze niet over de con-
tactveer uitsteekt.
2.9. Trekontlastingsbehuizing in elkaar zetten.
2.9.1. Bedrade bus in het onderste deel (⑦) van de
trekontlastingsbehuizing vergrendelen.
pin 1
pin 2
pin 3
pin 4
pin 5
15