De buskabel moet een afgeschermde kabel van
minimaal 4 x 0,5 mm² zijn.
Voor de lastkabel:
● Bij een apparaat van 12 kW een kabel à
5 x 2,5 mm² met aardkabel, Diameter van de
kabelmantel 9 – 13 mm²
● Bij een apparaat van 8 kW een kabel à
3 x 2,5 mm² met aardkabel, Diameter van de
kabelmantel 9 – 13 mm²
► Monteer de bussen (Ⓑ) in de richting van de
warmtepomp, de stekkers (Ⓢ) in de richting van
de hydraulische apparaat of de wandregelaar
Montage EVS 8 / EVS (toebehoren)
1.
Sluit de lastkabel voor de compressor aan op de
5-polige bus van de lastkabel.
1.1. Een sluiting van de kabeldoorvoeren (①) voor-
zichtig aan de staafjes uit de trekontlastingsbe-
huizing (②) breken en de trekontlastingsbehui-
zing ca. 50 cm over de lastkabel (③) schuiven.
1.2. 55 mm van de kabelmantel van de lastkabel ver-
wijderen.
55 mm
Technische wijzigingen voorbehouden | 83059600nNL | ait-deutschland GmbH
1.3. Spanningvoerende aders zo inkorten dat de PE-
geleider 8 mm verder uitsteekt.
Voorbeeld voor 5-aderige lastkabel:
8 mm
PE
1.4. Van elke ader 9 mm isolatie verwijderen.
Voorbeeld voor 5-aderige lastkabel:
9 mm
PE
1.5. Aders waarvan de isolatie is verwijderd in de pins
(④) plaatsen.
Voorbeeld voor 5-aderige lastkabel:
► Als de lastkabel enkeldraads aders heeft, deze
telkens tot de aanslag inbrengen:
Bij 3-aderige lastkabel (230 V compressor bij
8 kW-apparaat) N- en PE-geleider in de pins met
het overeenkomstige opschrift, L-geleider in de pin
L1 plaatsen.
Bij 5-aderige lastkabel (400 V compressor bij
12 kW-apparaat) aders N, PE, L1, L2 en L3 in de
bijbehorende pin plaatsen.
► Als de lastkabel fijndradige aderstrengen
heeft:
● Strengen van elke ader vlechten.
≈50 cm
1.5.1. Bedieningsgereedschap of schroevendraaier
(breedte 2,5 mm) in de aansluitingsvergrende-
ling van de nulleiderpin steken en zo de aanslui-
tingsvergrendeling ontgrendelen.
9 mm
L3
L2
L1
N
Voorbeeld voor 5-aderige lastkabel:
N
L1
L2
L3
13