Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Van De Netkabelisolatie; Controle Van De Motorisolatie; Controles Na Inbedrijfstelling; De Frequentieregelaar Testen Na Inbedrijfstelling - Danfoss VACON NXS Bedieningshandleiding

Luchtgekoeld
Inhoudsopgave

Advertenties

VACON® NXS/NXP luchtgekoeld
Bedieningshandleiding
Procedure
1.
Koppel de motorkabel los van de klemmen U, V en W en van de motor.
2.
Meet de isolatieweerstand van de motorkabel tussen de fasegeleiders 1 en 2, tussen de fasegeleiders 1 en 3 en tussen de
fasegeleiders 2 en 3.
3.
Meet ook de isolatieweerstand tussen elke fasegeleider en de aardgeleider.
4.
De isolatieweerstand moet > 1 MΩ zijn bij een omgevingstemperatuur van 20 °C (68 °F).

9.3.2 Controle van de netkabelisolatie

Volg onderstaande instructies om de netkabelisolatie te controleren.
Procedure
1.
Koppel de netkabel los van de klemmen L1, L2 en L3 en van het net.
2.
Meet de isolatieweerstand van de netkabel tussen de fasegeleiders 1 en 2, tussen de fasegeleiders 1 en 3 en tussen de
fasegeleiders 2 en 3.
3.
Meet ook de isolatieweerstand tussen elke fasegeleider en de aardgeleider.
4.
De isolatieweerstand moet > 1 MΩ zijn bij een omgevingstemperatuur van 20 °C (68 °F).

9.3.3 Controle van de motorisolatie

Volg onderstaande instructies om de motorisolatie te controleren.
Volg de instructies van de motorfabrikant op.
Procedure
1.
Koppel de motorkabel los van de motor.
2.
Open de brugverbindingen in de aansluitkast van de motor.
3.
Meet de isolatieweerstand van elke motorwikkeling. De spanning moet gelijk zijn aan of hoger zijn dan de nominale motor-
spanning, maar minimaal 1000 V.
4.
De isolatieweerstand moet > 1 MΩ zijn bij een omgevingstemperatuur van 20 °C (68 °F).
5.
Sluit de motorkabels aan op de motor.
6.
Voer een laatste isolatiecontrole uit aan de frequentieregelaarzijde. Plaats alle fasen bij elkaar en meet de waarde naar
aarde.
7.
Sluit de motorkabels aan op de frequentieregelaar.

9.4 Controles na inbedrijfstelling

9.4.1 De frequentieregelaar testen na inbedrijfstelling

Voer de volgende controles uit voordat u de motor start.
Ga voorafgaand aan elke test na of de test veilig kan worden uitgevoerd.
Zorg dat de andere medewerkers in de omgeving ervan op de hoogte zijn dat u de tests gaat uitvoeren.
Procedure
1.
Controleer of alle op de stuurklemmen aangesloten START- en STOP-schakelaars in de STOP-positie staan.
2.
Verzeker u ervan dat de motor veilig kan worden gestart.
3.
Stel de parameters van groep 1 (zie VACON
toepassing. Zie het motortypeplaatje voor de juiste waarden voor de parameters.
Stel in elk geval de volgende parameters in:
Nominale motorspanning
Nominale motorfrequentie
Nominaal motortoerental
Nominale motorstroom
Motor cos phi
118 | Danfoss A/S © 2020.02
L E T
O P
All in One Applicatiehandleiding) in volgens de vereisten van de gebruikte
®
Inbedrijfstelling
AQ275638903263nl-000301 / DPD01221I

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vacon nxp

Inhoudsopgave