VACON® NXS/NXP luchtgekoeld
Bedieningshandleiding
8.7.8.2 De aansluiting van de interne remweerstand instellen
Gebruik deze functie om de frequentieregelaar te laten weten of er wel of geen interne remweerstand is aangesloten.
Als de frequentieregelaar is uitgerust met een interne remweerstand, is de standaardwaarde van deze parameter Verbonden. We
adviseren om deze waarde te wijzigen in Niet Verbon. als:
•
het nodig is om een externe remweerstand te installeren om het remvermogen te vergroten
•
de interne remweerstand om de een of andere reden is losgekoppeld.
De remweerstand is als optionele apparatuur leverbaar voor alle groottes. In de behuizingsgroottes FR4 tot en met FR6 kan hij in-
tern worden aangesloten.
Procedure
1.
Gebruik de navigatieknoppen om in het submenu HW instell. naar de subpagina voor aansluiting van de interne remweer-
stand (6.7.1) te gaan.
2.
Druk op de menuknop Rechts om naar de bewerkingsmodus te gaan.
3.
Gebruik de navigatieknoppen om de status van de interne remweerstand te wijzigen.
4.
Druk op de [enter]-knop om de wijziging te bevestigen.
8.7.8.3 Ventilatorbesturing
Gebruik deze functie om de koelventilator van de frequentieregelaar te besturen. Er zijn 4 opties die u kunt selecteren:
•
Continu (standaardinstelling). De ventilator is altijd ingeschakeld wanneer de voeding is ingeschakeld.
•
Temperatuur. De ventilator start automatisch wanneer de temperatuur van het koellichaam 60 °C (140 °F) bereikt of wanneer de
frequentieregelaar in bedrijf is. De ventilator stopt ongeveer een minuut nadat een van de volgende situaties zich voordoet:
-
de temperatuur van het koellichaam zakt terug naar 55 °C (131 °F)
-
de frequentieregelaar stopt
-
de ventilatorbesturingswaarde wordt gewijzigd van Continu naar Temperatuur
•
First start (Eerste start). Wanneer de voeding is ingeschakeld, staat de ventilator in de stopstand. De ventilator start wanneer de
frequentieregelaar het eerste startcommando ontvangt.
•
Calc temp (Berek. temp). De werking van de ventilator wordt afgestemd op de berekende IGBT-temperatuur:
-
De ventilator start als de IGBT-temperatuur hoger is dan 40 °C (104 °F).
-
De ventilator stopt als de IGBT-temperatuur lager is dan 30 °C (86 °F).
Omdat de standaardtemperatuur bij het inschakelen 25 °C (77 °F) is, start de ventilator niet onmiddellijk.
Zie
8.7.8.4 De ventilatorbesturingsinstellingen wijzigen
8.7.8.4 De ventilatorbesturingsinstellingen wijzigen
Volg onderstaande instructies om de ventilatorbesturingsinstellingen te wijzigen.
Procedure
1.
Gebruik de navigatieknoppen om in het submenu HW instell. naar de instellingen voor vent. besturing (6.7.2) te gaan.
2.
Druk op de menuknop Rechts om naar de bewerkingsmodus te gaan.
De parameterwaarde gaat knipperen.
3.
Gebruik de navigatieknoppen om de ventilatormodus te selecteren.
4.
Druk op de [enter]-knop om de wijziging te bevestigen.
8.7.8.5 Time-out HMI-bevestiging (P6.7.3)
Gebruik deze functie om de time-out van de HMI-bevestigingstijd te wijzigen. Gebruik deze functie als er een vertraging in de gege-
vensoverdracht via RS232 optreedt, bijvoorbeeld als internet wordt gebruikt voor communicatie over grotere afstanden.
Wijzig de waarden van parameter 6.7.3 en 6.7.4 (200 en 5) niet als de frequentieregelaar via een kabel op de pc is aangesloten.
Als de frequentieregelaar met de pc verbonden is via een internetverbinding en de berichten met een vertraging worden overge-
dragen, moet u de waarden voor parameter 6.7.3 instellen om te compenseren voor die vertraging.
Zie
8.7.8.6 De time-out voor HMI-bevestiging wijzigen
Danfoss A/S © 2020.02
voor instructies.
voor instructies.
Het bedieningspaneel gebruiken
AQ275638903263nl-000301 / DPD01221I | 111