Inhoudsopgave
Advertenties
VACON® NXS/NXP luchtgekoeld
Bedieningshandleiding
GEVAAR VOOR BRAND DOOR HETE OPPERVLAKKEN
Wanneer de frequentieregelaar FR6 in bedrijf is, is de achterzijde van de frequentieregelaar heet, waardoor er brand kan ontstaan
op het oppervlak waarop de frequentieregelaar is geïnstalleerd.
-
Installeer de frequentieregelaar FR6 niet op een oppervlak dat niet vuurbestendig is.
9.2 De frequentieregelaar in bedrijf stellen
Volg onderstaande instructies om de frequentieregelaar in bedrijf te stellen.
Lees de veiligheidsinstructies in
Procedure
1.
Verzeker u ervan dat de motor correct is geïnstalleerd.
2.
Verzeker u ervan dat de motor niet is aangesloten op het net.
3.
Verzeker u ervan dat de frequentieregelaar en de motor geaard zijn.
4.
Verzeker u ervan dat de netkabel, de bekabeling van de remweerstand en de motorkabel correct zijn geselecteerd.
Meer informatie over het selecteren van de juiste kabels vindt u in:
•
6.1.3 Selectie en dimensionering van kabels
•
6.1 Kabelaansluitingen
•
6.2 EMC-correcte installatie
5.
Verzeker u ervan dat de stuurkabels op voldoende afstand van de voedingskabels liggen. Zie
voor
bekabeling.
6.
Verzeker u ervan dat de afschermingen van de afgeschermde kabels zijn verbonden met een aardingsklem die met het
aardingssymbool is gemarkeerd.
7.
Controleer de aanhaalmomenten van alle klemmen.
8.
Verzeker u ervan dat er geen arbeidsfactorcorrigerende condensatoren op de motorkabel zijn aangesloten.
9.
Verzeker u ervan dat de kabels geen contact maken met de elektrische componenten van de frequentieregelaar.
10.
Verzeker u ervan dat de gemeenschappelijke +24 V-ingang is aangesloten op een externe voedingsbron en de aarde van
de digitale ingang is verbonden met de aarde van de stuurklem.
11.
Controleer de kwaliteit en kwantiteit van de koellucht.
Meer informatie over de koelvereisten vindt u in:
•
5.2.1 Algemene koelvereisten
•
5.2.2 Koeling voor FR4 tot FR9
•
5.2.3 Koeling voor standalone frequentieregelaars (FR10 tot FR11)
•
12.8 Technische gegevens VACON® NXP
12.
Verzeker u ervan dat er geen sprake is van condensatie op de oppervlakken van de frequentieregelaar.
13.
Verzeker u ervan dat er geen ongewenste objecten in de installatieruimte aanwezig zijn.
14.
Voordat u de frequentieregelaar op het net aansluit, moet u de installatie en de staat van alle zekeringen (zie
sionering van kabels en
9.3 De kabel- en motorisolatie doormeten
Voer deze controles waar nodig uit.
LET OP! De frequentieregelaar is al doorgemeten in de fabriek.
•
Controle van de motorkabelisolatie; zie
•
Controle van de netkabelisolatie; zie
•
Controle van de motorisolatie; zie
9.3.1 Controle van de motorkabelisolatie
Volg onderstaande instructies om de motorkabelisolatie te controleren.
Danfoss A/S © 2020.02
V O O R Z I C H T I G
2.1 Gevaren en waarschuwingen
en gerelateerde tabellen
zekeringen) en andere beveiligingen controleren.
9.3.1 Controle van de motorkabelisolatie
9.3.2 Controle van de netkabelisolatie
9.3.3 Controle van de motorisolatie
en
9.1 Veiligheidscontroles vóór de inbedrijfstelling
AQ275638903263nl-000301 / DPD01221I | 117
Inbedrijfstelling
en volg ze op.
6.5.1 Aanvullende instructies
12.3.1 Dimen-
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
