Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrading Naar Stuurklemmen - Danfoss VLT HVAC Drive FC 102 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive FC 102:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische installatie

5.9.3 Bedrading naar stuurklemmen

De stuurklemmen bevinden zich in de buurt van het LCP.
Stuurklemconnectoren kunnen worden losgekoppeld van
de frequentieregelaar. Dat maakt het installeren eenvoudig,
zoals te zien is in Afbeelding 5.35. Naar keuze kunt u draad
met massieve kern of buigzame draad aansluiten op de
stuurklemmen. Gebruik de volgende procedures om de
stuurdraden aan te sluiten of los te koppelen.
LET OP
5
5
Houd stuurkabels zo kort mogelijk en gescheiden van
hoogvermogenkabels om interferentie te minimaliseren.
Draden aansluiten op stuurklemmen
1.
Strip 10 mm (0,4 in) van de kunststof mantel aan
het uiteinde van de draad.
2.
Steek de stuurdraad in het contact.
3.
Trek voorzichtig aan de draad om te controleren
of de kabel stevig in het contact is geklemd.
Loszittende stuurkabels kunnen storingen in de
apparatuur of een verminderde werking tot
gevolg hebben.
Afbeelding 5.37 Stuurdraden met massieve kern aansluiten
68
VLT
Draad met massieve kern: druk de
onbedekte draad in het contact. Zie
Afbeelding 5.37.
Buigzame draad: open het contact door
een kleine schroevendraaier in de sleuf
tussen de klemopening te steken en de
schroevendraaier naar binnen te
drukken. Zie Afbeelding 5.38. Steek
vervolgens de gestripte draad in het
contact en verwijder de
schroevendraaier.
12 13 18 19 27 29 32 33
Danfoss A/S © 09/2018 Alle rechten voorbehouden.
®
HVAC Drive FC 102
Afbeelding 5.38 Buigzame stuurdraden aansluiten
Draden loskoppelen van de stuurklemmen
1.
Om het contact te openen, steekt u een kleine
schroevendraaier in de sleuf tussen de
klemopening en drukt u de schroevendraaier naar
binnen.
2.
Trek voorzichtig aan de draad om die uit het
contact van de stuurklem te verwijderen.
Zie hoofdstuk 10.5 Kabelspecificaties voor de draaddiktes
voor stuurklemmen en hoofdstuk 8 Bedradingsvoorbeelden
voor typische stuurbedradingsaansluitingen.
5.9.4 Motorwerking mogelijk maken
(klem 27)
Er is er een jumperkabel vereist tussen klem 12 (of 13) en
klem 27 om de frequentieregelaar te laten werken
wanneer de standaard fabrieksinstellingen worden
gebruikt.
Digitale ingangsklem 27 is ontworpen om een
extern-vergrendelingscommando van 24 V DC te
ontvangen.
Wanneer geen vergrendelingsapparaat wordt
gebruikt, moet u een jumper aansluiten tussen
stuurklem 12 (aanbevolen) of 13 en klem 27.
Deze draad zorgt voor een intern 24 V-signaal op
klem 27.
Wanneer de statusregel onderaan het LCP de
tekst AUTO EXTERN VRIJLOOP weergeeft, betekent
dit dat de eenheid bedrijfsklaar is, maar dat er
een ingangssignaal op klem 27 ontbreekt.
Wanneer in de fabriek geïnstalleerde optionele
apparatuur via bedrading is aangesloten op klem
27, mag u die bedrading niet verwijderen.
LET OP
De frequentieregelaar kan niet werken zonder een
signaal op klem 27, tenzij klem 27 opnieuw wordt
geprogrammeerd via parameter 5-12 Terminal 27 Digital
Input.
12 13 18 19 27 29 32 33
MG16D510

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave