8.7
Gebruik voor de werkzaamheden
Levensgevaar door verkeerd aandrijftoerental
Bij te hoog aandrijftoerental kunnen personen ernstig gewond of gedood worden.
De machine wordt met een toerental van de aftakas van max. 540 o.p.m. aangedreven.
Er wordt aanbevolen om met een aandrijftoerental tussen 350-450 o.p.m. te werken.
AANWIJZING
Machineschade door verkeerde instelling van het besturingsapparaat/ de
besturingsapparaten op de trekker
Door een verkeerde instelling van het besturingsapparaat/ de besturingsapparaten op de
trekker kan machineschade ontstaan.
Het besturingsapparaat/de besturingsapparaten van de trekker tijdens het werken op de
zweefstand zetten.
ü De machine bevindt zich in de werk- of wendakkerstand,
ü Het gekozen toerental en de draairichting van de aftakas komen overeen met het
toegestane toerental en de draairichting van de machine.
Breed strooien (schudden)
Maaizwaden zo mogelijk tussen de harken laten komen.
Bij zwaar voer met hoger toerental en niet te hoge rijsnelheid rijden (steile strooihoek).
Als richtlijn kan aangenomen worden:
Aftakastoerental ca. 350 - 450 min
Rijsnelheid ca. 4 - 6 km/h
Schudden
Hoe droger het voer, des te lager dient u het aftakastoerental te kiezen om voerbeschadigingen
te voorkomen.
De rijsnelheid (6 - 8 km/h) aanpassen aan de toestand van het voer.
Bij vochtig voer het toerental en de snelheid kiezen als bij breedstrooien (vlakke strooihoek).
Nachtzwaden
De rijsnelheid (6 - 8 km/h) en het aftakastoerental aanpassen aan de toestand van het voer.
Voor een smal zwad een steilere strooihoek reduceren.
INFO
Deze gegevens zijn richtwaarden en moeten in de praktijk aan de omstandigheden worden
aangepast.
KW103-24
Originele handleiding 150001224_00_nl
Gebruik voor de werkzaamheden
WAARSCHUWING
-1
Bediening
zie
pagina 56.
8
8.7
57