7
Inbedrijfstelling
7.6
Hydraulische slangen vastkoppelen
AANWIJZING
Machineschade door verontreiniging van de aftakasstomp
Wanneer de aftakasstomp verontreinigd is, kan de machine worden beschadigd.
De beschermkap op de vrije aftakasstomp steken.
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
1
2
3
KWG000-028
Voor het strooien resp. schudden:
De plaat (1) en de vleugelschroef (2) demonteren.
De tussenas op de onderste aftakasstomp (3) monteren.
De plaat (1) en de vleugelschroef (2) aan de bovenste behuizing monteren.
Voor nachtzwaden:
De plaat (1) en de vleugelschroef (2) demonteren.
De tussenas op de bovenste aftakasstomp (4) monteren.
De plaat (1) en de vleugelschroef (2) aan de onderste behuizing monteren.
7.6
Hydraulische slangen vastkoppelen
Hydraulische slangen voor de aansluiting aan een enkelwerkend besturingsapparaat zijn met
een cijfer en het plusteken gekenmerkt, bijv. (1+).
hydraulische slangen voor de aansluiting aan een dubbelwerkend besturingsapparaat zijn met
dezelfde cijfers, het plusteken voor de drukleiding en het minteken voor de terugloop
gekenmerkt, bijv. (2+/2-).
Op de trekker moet een besturingsapparaat worden gebruikt, dat in de neutrale stand tegen
ongewenst neerlaten vergrendeld kan worden.
De trekkerhydrauliek drukloos schakelen.
De machine stoppen en beveiligen,
De verbindingen van de hydraulische snelkoppelaar schoonmaken en drogen.
De hydraulische slangen (1+/1-) vastkoppelen op een dubbelwerkend besturingsapparaat
van de trekker.
De hydraulische slangen (2+/2-) op een dubbelwerkend besturingsapparaat van de trekker
vastkoppelen.
50
zie
pagina 26.
4
zie
pagina 26.
Originele handleiding 150001224_00_nl
1
2
KW103-24