PROGRAMMEREN EN WIJZIGEN VAN INSTELLINGEN
In het schema ziet u dat alle elektriciteitspanelen identiek kun-
nen zijn, en alleen tijdens installatie verbinding hoeft te worden
gemaakt, als in Fig. 4, door middel van een driepolige kabel
tussen de ene Hi-Performance unit en de andere. Houd tijdens
de installatie de volgende drie punten in gedachten:
PRoGRAMMEREn En WiJZiGEn VAn inSTELLinGEn
instellingen
De instellingen zijn verdeeld over 3 niveaus; elk niveau bevat
tevens het vorige niveau, waarin de gebruiker de werking van
de µAC aan kan passen.
nB. het is niet mogelijk direct van het ene niveau naar
het andere te springen; de huidige programmeerfase
moet worden afgesloten voordat het gewenste niveau kan
worden geopend (zie instelling hL).
Toegang tot de niveaus
DIRECT (D): onmiddellijke toegang
GEBRUIKER (U): toegang via wachtwoord 22 (instelling HH)
FABRIEK (F): toegang via fabriekswachtwoord 177
instellingen wijzigen
Openen van Directe instellingen (D)
De waarde van de eerste toegankelijke instelling wordt rechts-
boven weergegeven, waarbij de instellingscode knippert.
openen van Gebruikersinstellingen (u)
Het cijfer 0 wordt weergegeven en aan de linkerzijde tevens het
slotsymbool
, wat aangeeft dat er een wachtwoord benodigd
is voor toegang tot de procedure.
om het wachtwoord in te voeren 22
- Gebruik knop
en
(standaard), en bevestig dit met de
de eerst toegankelijke instelling wordt nu rechtsboven weerge-
geven, waarbij de instellingscode knippert.
5 sec.
enter
knop. De waarde van
5 sec.
1. één (en niet meer dan een) machine moet worden ingesteld
als master-unit;
2. het is aan te bevelen de lijn af te sluiten met een weerstand
(Rt) van 220. 5W of 470. 4W.
3. zorg dat G0 op de transformator niet geaard is, om onge-
wenste stroom op G0 te voorkomen.
Voor bedrijf moeten instellingen H2, H3, H4, en HA worden
ingesteld (zie tabel instellingen en beschrijving).
IOM / @DNOVA-µAC-0907-D - Page 7