6.2.4.3. Intrinsieke onzekerheid
De intrinsieke onzekerheden van de metingen van de stroom en de fase moeten toegevoegd worden aan de intrinsieke
onzekerheden van het apparaat voor de betreffende grootheid: vermogen, energie, vermogensfactoren, tan Φ, enz.
De volgende kenmerken worden gegeven voor de referentievoorwaarden van de stroomsensoren.
Kenmerken van de stroomsensoren die een uitgang hebben van 1V bij Inom
Stroomsensor I nominaal
Tang
1000 Adc
PAC93
Tang
1000 Aac
C193
Tang
200 Aac
MN93
100 Aac
Tang
MN93A
5 Aac
100 Aac/dc
Tang
E3N, E27
10 Aac/dc
Tang
200 Aac
MINI94
Tang
3500 Aac
J93
5000 Adc
Verloopkastje
5 Aac
5A/ Essailec
®
Intrinsieke onze-
Stroom
(RMS of DC)
[1 A; 50 A[
[50 A; 100 A[
[100 A; 800 A[
[800 A; 1000 A[
[1 A; 50 A[
[50 A; 100 A[
[100 A; 1200 A[
[0,5 A; 5 A[
[5 A; 40 A[
[40 A; 100 A[
[100 A; 240 A[
[200mA; 5 A[
[5 A; 120 A[
[5mA; 250mA[
[255mA; 6 A[
[5 A; 40 A[
[40 A; 100 A[
[50mA; 10 A[
[0,05 A; 10 A]
± 0,2% ± 20 mA
[10 A; 240 A]
[50 A; 100 A[
[100 A; 500 A[
[500 A; 3500 A[
]3500 Adc; 5000 Adc[
[5mA; 250mA[
[250mA; 6 A[
Intrinsieke onze-
kerheid
kerheid over ϕ ϕ
bij 50/60Hz
bij 50/60Hz
±1,5% ±1 A
±1,5% ±1 A
±2,5°
±2,5%
±4%
±1%
±0,5%
±0,3%
±0,7°
±3% ±1 A
±2,5% ±1 A
±2% ±1 A
±1% + 1 A
±2,5°
±1% ±2mA
±1%
±2,5°
±1,5% ±0,1mA
±1%
±4% ±50mA
±15%
±3% ±50mA
±1,5°
± 0,2°
±2% ±2,5 A
±1,5% ±2,5 A
±1%
±1,5°
±1%
±0,5% ±2mA
±0,5°
±0,5% ±1mA
±0,5°
Tabel 24
65
Typische on-
zekerheid over
ϕ ϕ bij
50/60Hz
-
-
-0,9°
-0,8°
±2°
-0,65°
-
-
±1°
+ 0,25°
+ 0,2°
-
-
±5°
+ 2°
±3°
+ 1,2°
±0,8°
±4°
-
+ 0,75°
-
-
+ 1,7°
±5°
±1°
-
±1°
-
-
± 1°
± 0,2°
± 0,1°
±4°
-
±2°
-
-
-
-
-
Typische onze-
kerheid over ϕ ϕ
bij 400Hz
-4,5°@ 100 A
+ 0,1°@ 1000 A
-
-1,5°@ 40 A
-0,8°@ 100 A
-1°@ 200 A
-
-0,5°@100 A
-
-0,5°@ 5 A
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-