De remeigenschappen van het voertuig zijn ook anders
zonder laadbak of werktuig. Als het voertuig snel tot
stilstand wordt gebracht, kunnen de achterwielen blokkeren
voordat de voorwielen blokkeren: dit kan invloed hebben
op de controle over het voertuig. Het is verstandig om
langzamer te rijden zonder laadbak of werktuig.
Het gras en het wegdek zijn veel gladder als zij nat zijn. De
stoptijd op een nat oppervlak kan 2 tot 4 maal langer zijn
dan op een droog oppervlak.
Als u door staand water rijdt dat diep genoeg is om de
remmen nat te laten worden, zullen zij pas goed
functioneren als zij weer droog zijn. Nadat u door water
hebt gereden, moet u de remmen testen om er zeker van te
zijn, dat zij naar behoren functioneren. Als dat niet het
geval is, moet u langzaam rijden in de eerste versnelling,
terwijl u lichte druk uitoefent op het rempedaal. Hierdoor
drogen de remmen.
Schakel niet naar een lagere versnelling om te remmen op
een glad of glibberig (nat gras) oppervlak of tijdens de
afdaling van een helling, want als u remt op de motor, kan
het voertuig gaan slippen en kunt u de controle verliezen.
Schakel naar een lagere versnelling voordat u een helling
afrijdt.
Omslaan
De TORO Workman is uitgerust met een rolbeugel,
heupsteunen, veiligheidsgordels en handgrepen. De
omkiepbeveiliging van het voertuig vermindert het risico
op ernstig of dodelijk letsel in het onwaarschijnlijke geval
dat het voertuig omslaat, maar deze beveiliging kan de
bestuurder niet tegen elk mogelijk letsel beschermen.
Een beschadigde rolbeugel moet worden vervangen; u mag
deze niet laten repareren of herstellen. Elke verandering
aan de rolbeugel moet worden goedgekeurd door de
fabrikant.
De beste manier om ongelukken met bedrijfsvoertuigen te
voorkomen, is ervoor te zorgen dat de bestuurders constant
worden begeleid en getraind en voortdurend aandacht
wordt besteed aan het gebied waarin het voertuig wordt
gebruikt.
De beste manier voor bestuurders om ernstig letsel of
dodelijke ongevallen te voorkomen bij henzelf of anderen,
is zich vertrouwd te maken met de juiste bediening van het
bedrijfsvoertuig, alert te blijven en handelingen of situaties
te vermijden die kunnen leiden tot een ongeluk. De
bestuurder kan het risico op lichamelijk of dodelijk letsel
als het voertuig omslaat, verminderen door de omkiep-
beveiliging en de veiligheidsgordels te gebruiken en zich te
houden aan de bijgeleverde instructies.
Hellingen
Waarschuwing
Als het voertuig op een helling omslaat of gaat
rollen, kan dit ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
• Als de motor afslaat of het voertuig vaart
verliest op een helling, mag u nooit proberen het
voertuig te draaien.
• Rij een helling altijd langzaam achterwaarts in
de achterwaartse versnelling in een rechte lijn af.
• Rij nooit achterwaarts een helling af met de
versnelling in de neutraalstand of het
koppelingspedaal ingetrapt; gebruik uitsluitend
de remmen.
• Rij nooit dwars over een steile helling; u moet deze
helling altijd in een rechte lijn op- of afrijden.
• Draai niet op een helling.
• Laat de koppeling niet te snel opkomen en trap
niet te abrupt op het rempedaal. Als u te snel
schakelt, kan het voertuig omkiepen.
Wees extra voorzichtig op hellingen. Rijd nooit op extreem
steile hellingen. Stoppen tijdens de afdaling van een helling
kost meer tijd dan op vlak terrein. Draaien tijdens het op- of
afrijden van een helling is gevaarlijker dan op vlak terrein.
Draaien tijdens een afdaling is extra gevaarlijk, zeker
wanneer de remmen in werking zijn, evenals draaien
wanneer u schuin tegen een helling omhoog rijdt. Zelfs bij
een lage snelheid zonder lading bestaat een grotere kans op
omslaan als u draait op een helling.
Verminder uw snelheid en schakel naar een lagere versnelling
voordat u een helling op- of afrijdt. Als u moet draaien op een
helling, dient u dit langzaam en voorzichtig te doen. Maak
nooit een scherpe of snelle bocht op een helling.
Als de motor afslaat of als het voertuig vaart begint te
verliezen terwijl u een steile helling oprijdt, moet u snel het
rempedaal intrappen, de versnelling in de neutraalstand
zetten, de motor opnieuw starten en het voertuig in zijn
achteruit zetten. Bij een stationair toerental, helpt het
trekken van de motor en de transaxle de remmen bij het in
bedwang houden van het voertuig op de helling, zodat u
veiliger terug naar beneden kunt rijden.
Verminder het gewicht van de lading als de helling erg steil
is of als de lading een hoog zwaartepunt heeft. Denk erom
dat de lading kan schuiven. Zet deze stevig vast.
Opmerking: De Workman heeft een uitstekend
klimvermogen. De differentieelgrendel vergroot dit
vermogen. U kunt het klimvermogen ook verbeteren door
extra gewicht te plaatsen op de achterkant van het voertuig
op een van de volgende wijzen:
• Extra gewicht plaatsen aan de binnenzijde van de bak;
zet dit stevig vast.
• Wielgewichten bevestigen aan de achterwielen.
34