2. Verwijder de tapbout, de ringen en de borgmoer
waarmee de bevestiging van de accu vastzit aan de
accubasis. Verwijder de bevestiging en schuif de accu
uit de accubasis.
3. Verwijder de vuldoppen van de accu en giet langzaam
accuzuur in elke cel totdat het zuurpeil net boven de
platen komt.
4. Plaats de vuldoppen terug en sluit een acculader van
3–4 A aan op de accupolen. Laad de accu op gedurende
4 tot 8 uur met 3–4 A.
Waarschuwing
Bij het opladen produceert de accu gassen die tot
ontploffing kunnen komen.
Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor
dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu
komen.
5. Als de accu is opgeladen, haalt u de acculader uit het
stopcontact en maakt u deze los van de accuklemmen.
2
Figuur 8
1. Pluskabel (+)
1
2. Bevestiging
19
6. Verwijder de vuldoppen. Giet langzaam accuzuur in
elke cel totdat het peil net boven de vulring komt. Plaats
de vuldoppen terug.
Belangrijk
Accu niet te vol vullen. Er zal dan
accuzuur naar buiten stromen over andere delen van
het voertuig. Dit kan ernstige corrosie en beschadiging
veroorzaken.
7. Schuif de accu op de accubasis en zorg ervoor dat de
accupolen naar de achterzijde van het voertuig wijzen.
8. Bevestig de pluskabel (rood) aan de klem van pluspool
(+) van de accu en de minkabel (zwart) aan de klem van
minpool (–) van de accu met behulp van de tapbouten
en moeren. Schuif het rubberen stofkapje over de
pluspool om eventuele kortsluiting te voorkomen.
Waarschuwing
Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan
dit schade aan het voertuig en de kabels tot gevolg
hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen
accugassen tot ontploffing komen, die lichamelijk
letsel kunnen veroorzaken.
• Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los
voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
• Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan
voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
9. Monteer de bevestiging van de accu en zet deze vast
aan de accubasis met een tapbout, ringen en een
borgmoer.
10. Plaats het accudeksel weer op de accubasis en zet de
knoppen vast.