4.3 Tests met een plasmafilter (PF)
Door een PF te gebruiken, kunt u een plasmamonster filteren van een volbloedmonster zonder een
centrifuge te gebruiken.
OPMERKING
De FDC NX600i kan niet meten met een PF.
BELANGRIJK:
Lees de "Gebruiksaanwijzing" van het PF voorafgaand aan de meting.
BELANGRIJK:
Zorg dat u de PF-kaart leest wanneer u naar een nieuwe productiepartij van PF's overschakelt.
LET OP:
Tik niet op de knop [START] wanneer het monster reeds is gefilterd door het PF. Wanneer op de
[START]-knop wordt getikt, kan er een storing optreden in de analysator.
Voorzorgsmaatregelen voor monsters
OPMERKING
Gebruik volbloedmonsters met een hematocrietwaarde (Hct) van 20 tot 55%.
Er kan tot ongeveer 350 μl plasma (inclusief 85 μl dood volume) worden gefilterd.
De hoeveelheid gefilterd plasma neemt af wanneer de hematocrietwaarde stijgt. Bij
een hematocrietwaarde van 55% kan er tot ongeveer 185 μl plasma (inclusief 85 μl
dood volume) worden gefilterd.
De hoeveelheid gefilterd plasma hangt af van de hematocrietwaarde en viscositeit
van het bloed.
OPMERKING
Gehemolyseerde monsters geven onnauwkeurige resultaten.
OPMERKING
Als bloedcellen in een monster zijn bezonken, mengt u het monster en plaatst u het
in een monsterrek, waarna u direct de meting uitvoert. Anders kan de hoeveelheid
gefilterd plasma ontoereikend zijn.
Voorzorgsmaatregel voor bloedafnamebuisjes
BELANGRIJK:
Gebruik de bloedafnamebuisjes die staan vermeld in Sectie 4.3.2.
897N203029B Instructiehandleiding FDC NX600 2022.04
4 Methoden voor toepasselijk gebruik
4
4-19