5.5
Referentievloeistof laden
Referentievloeistof is nodig voor ISE-metingen. (Raadpleeg Sectie 3.5).
WAARSCHUWING:
Volg bij het hanteren van referentievloeistof de procedures voor biologisch gevaarlijke stoffen (draag
handschoenen, een laboratoriumjas en een veiligheidsbril) overeenkomstig de regels voor het
hanteren van medische producten in uw instelling. Als u per ongeluk een item aanraakt, spoel het
besmette lichaamsdeel dan onmiddellijk grondig af onder stromend water.
WAARSCHUWING:
Voer de referentievloeistof af overeenkomstig de regels voor het hanteren van medische produc-
ten in uw instelling en daaraan gerelateerde wetgeving.
WAARSCHUWING:
Tik tijdens het aanbrengen van het monster op de [STOP]-knop om het aanbrengen te stoppen en
laad vervolgens de referentievloeistof. Het laden is onveilig tijdens het aanbrengen van het mon-
ster omdat de sampler en de schijf met verbruiksartikelen in beweging zijn.
BELANGRIJK:
Gebruik een FUJI PLAIN TUBE (0,5 of 1,5 ml) voor referentievloeistof. Anders kunnen meetfouten
of storingen optreden.
Configureer het type houder dat moet worden gebruikt via [Tube setting for diluent & reference
fluid] in de Modusfunctie voor de beheerder (Raadpleeg Sectie 9.3.15).
BELANGRIJK:
Vervang FUJI PLAIN TUBES (1,5 ml) binnen 24 uur.
Vervang FUJI PLAIN TUBES (0,5 ml) voor elke meting.
FUJI PLAIN TUBE
(1,5 ml)
1,5
Giet referentievloeistof
binnen het bereik.
1,0
0,5
897N203029B Instructiehandleiding FDC NX600 2022.04
1. Bereid de referentievloeistof voor.
FUJI PLAIN TUBE
(0,5 ml)
Giet de onderstaande hoeveelheden in elk type
FUJI PLAIN TUBE.
Voor een buisje van 1,5 ml: 1,0-1,5 ml
0,5
Voor een buisje van 0,5 ml: 0,3-0,5 ml
0,3
OPMERKING
0,1
2. Wanneer [Warming up] of [Ready to test]
op het lcd-scherm verschijnt, zorg er dan
voor dat de analysator geen monsters
aanbrengt.
5 Verbruiksartikelen laden
Gebruik de referentievloeistof
nadat deze op kamertempera-
tuur is gekomen.
5
5-9