5
Aerosoldicht gebruik
Basisprincipes
Basisprincipes
• Ga na de recipiënten met monsters voor de gewenste centrifugeertoepassing geschikt zijn.
Capaciteit
De recipiënten mogen in principe slechts in die mate worden gevuld, dat het monster bij het
centrifugeerproces de rand van de recipiënt niet kan bereiken. Vul de proefbuizen daarom tot 2/3 van
de capaciteit.
Controleer de aerosoldichtheid
De controle van de rotoren en bakken gebeurt volgens de dynamisch microbiologische
beproevingsmethode conform EN 61010-2-020 bijlage AA.
De aerosoldichtheid van een rotor hangt voornamelijk af van het correcte gebruik ervan.
Controleer zo nodig de aerosoldichtheid van uw rotor.
Het is heel belangrijk dat alle dichtingen en afdichtvlakken zorgvuldig op slijtage en beschadigingen
zoals scheuren, krassen en verbrossing worden onderzocht.
Aerosoldichte toepassingen kunnen niet worden uitgevoerd als de kappen van de recipiënten
geopend zijn.
Aerosoldichtheid vereist correcte bediening bij het vullen van de recipiënten met monsters en het
sluiten van het rotordeksel.
Sneltest
Als sneltest bestaat de mogelijkheid om aerosoldichte bakken en vastehoekrotoren volgens
onderstaande methode te controleren:
1. Vet alle dichtingen lichtjes in met vet.
Gebruik voor het invet van de dichtingen alleen het speciale vet 76003500.
2. Vul de rotor met ca. 10 ml koolzuurhoudend mineraalwater.
3. Sluit de rotor overeenkomstig de bedieningsaanwijzingen.
5-2
75003652 Microliter 30x2 selaed
VOORZICHTIG Bij het centrifugeren van gevaarlijke monsters mogen aerosoldichte rotoren
en recipiënten alleen in een goedgekeurde veiligheidswerkbank worden geopend.
De maximaal toegestane capaciteit moet absoluut in acht genomen worden.
WAARSCHUWING Controleer vóór aerosoldichte toepassingen de toestand van alle
dichtingen.
Thermo Scientific