8 Modusinstellingen en -functies
8.2 Modus 0 - Modustype wijzigen <normaal>
De belangrijke modi, die invloed hebben op testresultaten zoals Modus 10 (instellingen voor correlatiecoëffi-
ciënten), kunnen enkel in de beheerdersmodus worden gebruikt.
M0 Change mode
User mode
Administrator mode
Service mode
M0 Change mode
Password?
■
Voer het wachtwoord in om de Beheerdermodus te openen.
M0 Change mode
Entered into
Administrator mode
8
Mode?
M0 Change mode
M1 Control mode
M2 Date & time
M3 Date format
M4 Data check
M5 Batch print
8-4
START
MODE
Selecteer
MODE
RERUN
START
START
(1) Open Modus 0.
(2) Selecteer de beheerdersmodus.
Selecteer de beheerdersmodus met de schuif-
knoppen
en druk op de ENTER-toets.
OPMERKING: Hoewel de onderhoudsmodus wordt
getoond op het menu, is de modus niet
beschikbaar.
(3) Voer het wachtwoord in.
Voer het wachtwoord in en druk op de toets
ENTER.
OPMERKING: Wanneer het ingevoerde wachtwoord
onjuist is, klinkt er een piepje en wordt
het scherm voor invoeren van het wacht-
woord opnieuw getoond.
(4) De analysator heeft de beheerdersmodus geo-
pend en geeft deze op het display weer.
OPMERKING: Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld,
wordt de beheerdersmodus geannuleerd.
897N120152G Instructiehandleiding FDC NX10N 02.2022