2 Namen en functies van onderdelen
2
2-4
MODE
RERUN
Cijfertoetsen
De cijfertoetsen worden gebruikt om nummers
in te voeren, zoals het monster-id, compensa-
tiecoëfficiënten en de datum.
Toets MODE (Modus)/▲(omhoog)/ (punt)
MODE
De MODE-toets wordt gebruikt om naar de
modusselectiedialoog te schakelen wanneer
[Ready] (Gereed) of [Warming up] (Opwar-
men) op het display verschijnt.
▲(omhoog)
De toets ▲(omhoog) wordt gebruikt om tij-
dens modusbediening omhoog te gaan naar
het gewenste item.
(Punt)
(
De toets
punt) wordt gebruikt om een
decimale punt (komma) in te voeren voor
een coëfficiënt.
Toets RERUN (Opnieuw)/▼(omlaag)/-(min)
RERUN-toets
De RERUN-toets wordt gebruikt om een test
opnieuw uit te voeren met hetzelfde mon-
ster-id gebruikt in de meest recente meting.
OPMERKING: De RERUN-toets werkt niet voor mon-
sters ouder dan het meest recente
monster. Wanneer u een test met het-
zelfde monster-id opnieuw uitvoert voor
monsters ouder dan het meest recente
monster, moet u het monster-id voor de
meting opnieuw invoeren.
▼(omlaag)
De toets ▼(omlaag) wordt gebruikt om tij-
dens modusbediening omlaag te gaan naar
het gewenste item.
-(Min)
De toets -(min) wordt gebruikt om het minte-
ken in te voeren voor een coëfficiënt. Wan-
neer het minteken verkeerd wordt ingevoerd,
kunt u op de C-toets (wissen) drukken om
het te wissen.
Lampje READY (Gereed)
Het lampje gereed wordt groen wanneer tests
gereed zijn.
897N120152G Instructiehandleiding FDC NX10N 02.2022