Luchtverwarmingssysteem
Bild 7:
Verwarmingsluchtinlaat en verwarmingsluchtuitlaat
AANWIJZING:
De inbouw moet gecontroleerd worden op:
– Luchtkortsluiting tussen voertuigverwarming en
luchtverwarmingsinlaat
– Luchtkortsluiting tussen luchtverwarmingsinlaat en
luchtverwarmingsuitlaat (afb. 7)
Bild 8:
Verwarmingsluchtinlaat met aanzuigrooster
Bij gebruik van een inbouwkast moet de luchtuitlaatopening zo worden
afgedicht dat er geen hete lucht in de inbouwkast kan binnendringen.
82
Air Top 3500 ST / Air Top 5000 ST
6.1.
Externe temperatuursensor
De inbouw van een externe temperatuurvoeler wordt aangeraden, als
het verwarmingssysteem in de buitenlucht-modus wordt bedreven.
6.1.1.
Montage van de externe temperatuurvoeler
De externe temperatuurvoeler moet op gemiddelde hoogte in de
voertuigcabine op zo verticaal mogelijke vlakken in het te verwarmen
gebied gemonteerd worden.
De temperatuursensor mag niet
– direct door verwarmingslucht (auto- resp. verwarmingssysteemlucht)
worden aangeblazen.
– in de buurt van warmtebronnen (bijv. verwarming van de auto)
gemonteerd worden.
– in een gedeelte met direct invallende zonnestralen (bijv. dashboard)
liggen.
– achter gordijnen of iets dergelijks gemonteerd worden.