Air Top 3500 ST / Air Top 5000 ST
6
Luchtverwarmingssysteem
AANWIJZING:
Het aansluiten van het verwarmingssysteem op de luchtgeleiding van
de auto is niet toegestaan.
Zowel het bedrijf met circulatielucht als met buitenlucht is toegestaan.
Bij het bedrijf met buitenlucht moet erop worden gelet dat de lucht voor
de verwarming aan een tegen spattend en bruisend water beschermd
gedeelte wordt onttrokken en er bij een voor de betreffende auto
toegestane rit door water geen water kan binnendringen.
AANWIJZING:
Bij bedrijf met buitenlucht moet een externe temperatuursensor in de
betreffende zone worden gemonteerd. Bij gebruik van een externe
temperatuursensor is het regelpauzetoerental 0 tpm.
Binnenin de regeleenheid is een temperatuursensor aangebracht die het
verwarmingssysteem in verbinding met het bedieningselement afhankelijk
van aanzuigtemperatuur en stand van de instelwaardedetector in het ge-
kozen verwarmingsvermogengebied bedrijft. Het verwarmingsvermogen
wordt zo geregeld dat na een snel bereiken van de vooraf gekozen interieur-
temperatuur deze op de vooraf gekozen waarde wordt gehandhaafd.
Aanbevolen binnendiameter van de hoofdleiding van de
verwarmingsluchtleiding:
90 mm bij de Air Top 5000 ST
80 mm bij de Air Top 3500 ST
AANWIJZING:
Voor de verwarmingsluchtleiding mogen alleen materialen met een con-
tinue temperatuurbestendigheid van minstens 130° worden gebruikt. De
verwarmingsluchtopening moet zo worden aangebracht dat er geen
onderdelen worden aangeblazen die niet temperatuurbestendig zijn.
Luchtverwarmingssysteem
OPGELET:
In voertuigen voor het personenvervoer moet de luchtuitlaatopening zo
worden aangebracht dat een minimumafstand van 20 cm tot
lichaamsdelen wordt aangehouden.
Maximale luchtdrukafval tussen zuig- en drukzijde van de
verwarmingsluchtleiding:
Air Top 3500 ST 2,0 hPa
Air Top 3500 ST Volume Plus 3,0 hPa
Air Top 5000 ST 3,0 hPa
1 hPa is gelijk 1 mbar is gelijk 10mm WS.
De verwarmingssystemen controleren bij elke keer inschakelen auto-
matisch de interne temperatuurstijging. Ligt deze boven de aangegeven
grenzen, wordt de start afgebroken en de foutmelding F10 weergegeven.
Om een stabiel bedrijf van het verwarmingssysteem mogelijk te maken
moet de stromingsweerstand van het aangesloten luchtverwarming-
systeem worden gereduceerd.
Voor de configuratie van de verwarmingsluchtleidingen kan de
puntentabel voor luchtgeleidingsonderdelen in de toebehorencatalogus
van Webasto worden gebruikt.
De verwarmingsluchtslang moet ter plaatse van de verbindingen
worden geborgd.
Wordt het verwarmingssysteem zonder verwarmingsluchtleiding in de
circulatieluchtmodus ingezet, moet een kortsluiting van de
verwarmingsluchtstroom worden vermeden.
OPGELET:
Bij gebruik zonder verwarmingslucht-aanzuigslang is de montage van
het tot de leveringsomvang behorende aanzuigrooster dwingend
voorgeschreven.
81