3.1 -BEDIENINGSELEMENTEN
1
9
Fig.3
1) Bedieningshendel zijborstel: door de hendel in de onderste
stand te zetten, wordt de zijborstel in de werkpositie gebracht en
begint hij te draaien. Zet de hendel in de bovenste stand om de
borstel te stoppen.
2) Sleutelschakelaar: zorgt voor stroomvoorziening aan de ma-
chine.
3) Controlelampje inschakeling.
4) Controlelampje laadtoestand: geeft de laadtoestand van de
accu tijdens de werking van de machine aan.
5) Controlelampje afzuigsysteem.
2
4
8
6
1
2
6) Hendel aandrijving: door aan deze hendel te trekken, zal de
machine vooruit bewegen.
7) Hendel filterschudder: hendel die de filterschudder voor de
reiniging van het filter bedient (zie Onderhoud filter).
8) Schakelaar afzuigsysteem.
9) Hendel voor de stofflap voor grof vuil.
- 8 -
3
4
5
8