5.1 -GEWOON ONDERHOUD
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT: Eventuele reparaties dienen door
een bevoegd technicus te worden uitgevoerd.
Gebruik originele of goedgekeurde reserveonderdelen.
ATTENTIE: Koppel de kabels van de accu en het
netsnoer van de acculader af alvorens werkza-
amheden aan de machine te verrichten
CONTROLE
Controleer de vloeistof in de
VLOEISTOFACCU (met lood)
Riemspanning
Bevestiging moeren en
schroeven
Staat van de borstels
Controleer of de dichtingen niet
lekken
Controleer of alle functies
geactiveerd kunnen worden
Vervangen van het filter
Fig.5.2.1
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
5.2 -ONDERHOUD ACCU
De accu moet altijd schoon en droog gehouden worden.
Klemmetjes en polen moeten altijd schoon zijn. Vloeistofaccu (met
lood) – Verwijder elke 10 uur de vuldoppen en controleer het peil
van het elektrolyt waarbij u dit zo nodig met gedistilleerd water bi-
jvult. Bij het uitvoeren van deze handeling, dient de ruimte waar dit
plaatsvindt, goed geventileerd te zijn, mag er in de nabijheid geen
open vuur zijn en evenmin gerookt worden.
De capaciteit van de accu zou rond de 3 uur moeten liggen; mocht
dat aanzienlijk lager zijn, controleer dan:
- of de borstels niet verstopt zijn;
- of de accu helemaal opnieuw opgeladen is.
5.2.1 -Opladen accu
De duur van het opladen van de accu is afhankelijk van het gewo-
ne onderhoud en van het ontladingsniveau van de accu.
Zorg ervoor dat de lading van de accu nooit onder het door de
controlelampjes in pos.4 afb.3. aangegeven niveau daalt. Zodra
dit maximale ontladingsniveau bereikt wordt, zal de machine stop-
pen en zal zij eerst opgeladen moeten worden voordat zij weer
opnieuw gebruikt kan worden.
Controlelampjes staat van de accu op het paneel van de ma-
chine
Groen controlelampje: De accu is geheel opgeladen.
Geel controlelampje: De accu is bijna leeg; laad hem zo snel
mogelijk op.
Rood controlelampje: De accu is leeg. gebruik de machine
NIET langer en laad de accu onmiddellijk op.
Om de accu op te laden:
VLOEISTOFACCU (met lood) - Voordat u gaat opla-
den dient u het peil van het elektroly in alle accu-
elementen te controleren. Vul zo nodig gedistille-
erd water bij.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFT: Vermijd tijdens onderhoudsen
reparatiewerkzaamheden contact met het accuzuur.
Draag beschermende handschoenen en een veiligheidsbril
tijdens het hanteren van de accu of de accukabels.
1. Zet de machine wanneer ze niet gebruikt wordt in een goed
geventileerde ruimte.
2. Terwijl de machine uitgeschakeld is sluit u de kabel van de accu-
lader aan (Fig. 5.2.1.). Controleer of de spanning bij ingang zoals
die voor de acculader is gespecificeerd, in overeenstemming is
met de spanning van de beschikbare stroomvoorziening.
3. Controleer, alvorens de accu op te laden, of de instellingen van
de acculader juist ingesteld zijn. De acculader wordt in de fabriek
afgesteld voor een hermetisch gesloten GELaccu. (Zie 5.3 LADE-
RINSTELLINGEN).
4. Als de acculader een probleem ondervindt, zal zij een foutcode
laten zien (Zie 5.4 ACCULADERS – OPLOSSEN VAN PROBLE-
MEN EN FOUTCODES).
5. Tijdens de laadcyclus zal de kleur van de controlelampjes van
de acculader van rood in geel en tenslotte in groen veranderen.
Na afloop van de laadcylus, wanneer dus het groene controlelam-
pje brandt, ontkoppelt u de kabel van de acculader.
LET OP: ontkoppel de accu nooit terwijl u aan het
opladen bent. Dit zou vonken kunnen veroorzaken.
- 10 -
WAARSCHUWING: De accu's geven wa-
terstofgas af. Houd ze uit de buurt van
vonken en open vlammen. Houd tijdens
het opladen de accuruimte open.