Verhelpen van storingen
Indien u problemen ondervindt met de camera, dient u eerst de volgende punten te
controleren. Mocht het probleem hiermee nog niet zijn opgelost, raadpleeg dan uw
Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. Indien er codes
(C:ss:ss) op het LCD-scherm verschijnen, is de zelfdiagnosefunctie in werking
getreden (blz. 67).
Symptoom
De camera werkt niet.
Uw camera kan geen
beelden opnemen.
Het beeld is onscherp.
De functie voor
verandering van het
formaat werkt niet.
62
-NL
Oorzaak en/of oplossing
• U gebruikt geen "InfoLITHIUM" accu.
t Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 8).
• De batterij is zwak (de indicatie E verschijnt op
het LCD-scherm).
t Laad de accu op (blz. 9).
• De netspanningsadapter is niet goed aangesloten.
t Sluit deze goed aan op de DC IN-bus van de
camera en op een stopcontact (blz. 12).
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar
behoren.
t Ontkoppel alle spanningsbronnen en sluit deze
na één minuut weer aan. Schakel vervolgens het
apparaat in door de POWER-schakelaar te
verschuiven en controleer of de camera naar
behoren werkt.
• U kunt geen beelden opnemen terwijl de flitser
bezig is met opladen.
• De MODE-keuzeschakelaar staat op PLAY.
t Zet deze op MOVIE of STILL (blz. 16, 22).
• Er zit geen "Memory Stick" in de camera.
t Plaats een "Memory Stick" (blz. 15).
• Het schrijfbeveiligingsnokje op de "Memory Stick"
staat op LOCK.
t Breng het in de opnamestand.
• De camera bevindt zich niet in de macro-
opnamemodus bij het filmen van een onderwerp op
circa 10 tot 50 cm van de lens.
t Stel de macro-opnamestand in (blz. 46).
t Zet de zoomknop op W.
• Het formaat van bewegende beelden, tekstbeelden
en Clip Motion-beelden kan niet worden veranderd.