Aarding van een behuizing met daarin verschillende interfaces.
Alle interfaces die voor het systeem zijn ontworpen zijn voorzien van aardaansluitingen en via metalen
afstandbussen verbonden met de metalen behuizing. Let erop dat de aardaansluitingen goed contact maken
met de metalen behuizing (voorkom dat verf de verbinding blokkeert). Alle individuele aardaansluitingen
kunnen gebruikt worden voor het aansluiten van de afscherming van afgeschermde kabels.
Als een interface in een behuizing van kunststof is geplaatst hoeft de aardingsklem van het interface niet te
zijn aangesloten.
Aarding van panelen binnen een gebouw.
De verschillende behuizingen of interfaces binnen een gebouw worden aangesloten op een
veiligheidsaardingssysteem.
Het veiligheidsaardingssysteem van een gebouw dient door een daartoe bevoegde installateur te worden
gecontroleerd.
Aarding van panelen in meerdere gebouwen.
Als de bekabeling zich over meerdere gebouwen uitstrekt, dient er meer dan een veiligheidsaardingssysteem
te worden gebruikt. Gebruik ATS1740 isolator/repeaters om de systeemdatabus te isoleren. Op deze wijze is
het systeem beschermd tegen verschillen in het aardpotentialen.
Afscherming
De afscherming van alle bekabeling binnen het systeem mag uitsluitend aan één kant op een
gemeenschappelijk aardingspunt in een gebouw worden aangesloten (zie afbeelding). Van een afgeschermde
databuskabel dient de afscherming van zowel de inkomende als de uitgaande kabel te worden aangesloten als
de kabel via meerdere interfaces met een kunststof behuizing loopt.
1
Netspanning met lokale aarding.
2
Netvoeding aansluitblok.
3
Systeemdatabus.
4
Aardaansluiting.
5
Gebouw 1.
6
Gebouw 2.
7
Interface in metalen behuizing.
8
Interface in kunststof behuizing.
9
ATS controlepaneel.
17