Inhoud Voorwoord iii Typografische conventies iii Belangrijke opmerking iii Bediendelen en lezers 1 Algemene toetsreeksen voor LCD-bediendeel 2 Algemene toetsreeksen voor niet-LCD-bediendeel 3 Toegang tot het systeem met uw PIN-code en/of kaart 5 Deurtoegang 6 Deurtoegang via LCD-bediendeel 6 Deurtoegang via bediendeel zonder LCD 6 Het systeem in- en uitschakelen 7 Wanneer inschakelen 7 Wanneer gedeeltelijk inschakelen 7...
Pagina 5
Ingang overbruggen/overbrugging opheffen 18 Status centrale bekijken 18 Uw eigen PIN-code wijzigen 18 Servicefuncties 18 Het menu Advisor Advanced 19 Hoe zijn de menuopties gerangschikt in deze handleiding 19 Menutoegang 19 1 Ingang overbruggen 21 4 Paneel status 23 5 PIN wijzigen 24 7 Service 25 7.2 Looptest 25...
Deze handleiding bevat informatie voor alle verschillende typen Advisor Advanced- centrales. Wanneer wordt verwezen naar de Advisor Advanced-centrale, kan dit worden geïnterpreteerd als elke willekeurige variant van Advisor Advanced, behalve als dat anders wordt vermeld. Tabel 2: Lijst van bekende centralevarianten...
Bediendelen en lezers Figuur 1: Het bediendeel Netspannings-LED Groen aan: netspanning aanwezig Toegangs-LED: Blauw knipperend: kaart wordt gelezen Storings-LED Geel aan: systeemfout actief Geel knipperend: algemene waarschuwing (EN 50131) Alarm-LED Rood aan: alarmtoestand actief LCD-display Voor het weergeven van berichten / OMHOOG Omhoog lopen door de menu’s.
Figuur 2: ATS1190/ATS1192-lezers Blauwe LED Toegang verleend Rode LED Aan: gebied ingeschakeld Knipperend: algemene waarschuwing (EN 50131) 2 kleuren LED Groen aan: netspanning aanwezig Groen knipperend: netspanning afwezig, of ontgrendeld terwijl uitgeschakeld Rood aan: gebieden ingeschakeld Rood knipperend: ontgrendeld terwijl ingeschakeld Gele LED Aan: Alle ingangen in veilige status...
Toegang tot het systeem met uw PIN-code en/of kaart U hebt een PIN-code en/of een kaart nodig om het Advisor Advanced-systeem te kunnen gebruiken. Een PIN-code is een uniek nummer van 4 tot 10 cijfers. De installateur van het beveiligingssysteem heeft uw gebruikersaccount aangemaakt met een PIN-code en/of kaart.
Deurtoegang Indien dit zo is geprogrammeerd, is het mogelijk om toegang te krijgen tot een bepaalde deur met behulp van het bediendeel of de lezer die aan deze deur is toegewezen. Deurtoegang via LCD-bediendeel Afhankelijk van de systeeminstellingen kunt u op de volgende manieren een deur ontgrendelen via een LCD-bediendeel.
Het systeem in- en uitschakelen Wanneer inschakelen Het beveiligingssysteem moet worden ingeschakeld als u de laatste persoon bent die het pand (of uw gebied) verlaat, bijvoorbeeld aan het einde van de dag. Indien na inschakeling de alarmdetectie indringers detecteert, wordt een alarm geactiveerd. Wanneer gedeeltelijk inschakelen Voor het geval u zich nog in het pand of in een gebied bevindt, is het mogelijk om slechts een gedeelte van het gebied in te schakelen.
• Uw bediendeel is geprogrammeerd om alleen bepaalde gebieden van het pand in of uit te schakelen. Zorg ervoor dat u weet welk bediendeel u moet gebruiken indien er meerdere zijn geïnstalleerd in uw pand. • Uw PIN-code en/of kaart zijn geprogrammeerd om alleen bepaalde gebieden van het pand in of uit te schakelen.
Alle geactiveerde ingangen worden weergegeven: 1>Ing verstoord Zone 3 U kunt de gebieden nu niet inschakelen. Indien de aangeduide ingangen verstoord moeten blijven (omdat bijvoorbeeld een raam open moet blijven), kan dit probleem op de volgende manieren worden opgelost: • Annuleer de instelling met de knop CLEAR. Activeer het gebruikersmenu en overbrug de ingang indien deze geactiveerd moet blijven.
Overbrugde ingangen en storingen Indien er overbrugde storingen of ingangen aanwezig zijn, moet informatie hieromtrent worden bevestigd. WAARSCHUWING Overbrugd Alle overbrugde ingangen en storingen worden weergegeven: 1>Ing verstoord Zone 3 2>Accu storing Panel • Druk op ENTER om de waarschuwing te bevestigen. Hierna wordt de inschakelprocedure voortgezet.
Met een kaart Met een PIN- Met een kaart Met een PIN- Met een kaart 3 x kaart code & PIN-code code (2) & PIN-code (2) Indien er in bepaalde gebieden overbrugde of geblokkeerde ingangen zijn, worden deze op het scherm weergegeven.
Gebieden uitschakelen met het LCD-bediendeel Afhankelijk van de systeeminstellingen zijn er een aantal verschillende manieren om gebieden uit te schakelen met het LCD-bediendeel. Met een Met een PIN- Met een kaart Met een PIN- Met een kaart & Met 1ste kaart kaart code &...
Gebieden uitschakelen met een bediendeel zonder LCD Afhankelijk van de systeeminstellingen zijn er een aantal verschillende manieren om gebieden uit te schakelen met een bediendeel zonder LCD. Met een kaart Met een PIN- Met een kaart & PIN- Met een PIN- Met een kaart &...
Pagina 21
Optie Actie Resultaat Een afzonderlijk Geef het nummer van het gebied in Het afzonderlijke gebied wordt in- gebied in- /uitgeschakeld of selecteer een bepaald gebied /uitschakelen met behulp van de knoppen OMHOOG en OMLAAG, en druk op ENTER. Selectie wijzigen Druk op OMHOOG of OMLAAG.
Wat te doen in een alarmsituatie In een alarmsituatie gaat de LED van het gebied waarvoor het alarm is geactiveerd en de alarm-LED op het bediendeel knipperen. Indien de screensaver is geactiveerd, knipperen de LED's nadat een gebruikerscode is ingevoerd. Het tijd- en datumbericht wordt niet meer weergegeven.
Bekijken van een alarm Nadat het alarm is uitgeschakeld, worden alle alarmen op het scherm weergegeven. INFO Alarmen 1>Zone 2 Alarm In het eerste scherm wordt het type alarm weergegeven. In het tweede scherm wordt de locatie van het alarm weergegeven. De tweede regel geeft aan of er meer alarmen zijn.
U kunt de looptest handmatig uitvoeren met behulp van het menu “7.2 Looptest“ (zie pagina 25). Mogelijke problemen Er is een storing in een ingang Deze blijft een alarm veroorzaken totdat deze wordt overbrugd in het systeem. De hoofdgebruiker mag eventueel de defecte ingang overbruggen. Zodra de defecte ingang is overbrugd of het probleem is opgelost, wordt het alarm automatisch hersteld.
Ingang overbruggen/overbrugging opheffen Als u ingangen wilt overbruggen of de overbrugging wilt opheffen, gebruikt u het menu “1 Ingang overbruggen“zoals beschreven op pagina 21. Status centrale bekijken Als u de status van de centrale wilt weergeven, gebruikt u het menu “4 Paneel status“, zoals wordt beschreven op pagina 23.
Met een kaart Met een PIN-code Met een kaart & PIN-code Controleer voordat u verdergaat of dit begin scherm wordt weergegeven op het display. GE Security DI 29 Apr 08:55 Druk op MENU. Bied uw kaart aan op de lezer.
Pagina 27
Met een kaart Met een PIN-code Met een kaart & PIN-code Druk op ENTER. In dit scherm kunt u nu het volgende doen: Optie Actie Resultaat Selectie wijzigen Druk op OMHOOG of OMLAAG. De vorige of volgende menuoptie wordt geselecteerd. Open de menuoptie Geef het nummer van de U gaat naar een bepaalde...
1 Ingang overbruggen Met de “overbruggings”functie kunt u ingangen overbruggen en uitsluiten van het beveiligingssysteem totdat het systeem opnieuw wordt uitgeschakeld. In sommige situaties kan het van pas komen om een ingang te overbruggen. Bijvoorbeeld, als u een raam open wilt laten wanneer het systeem opnieuw wordt ingeschakeld.
Pagina 29
4. Druk op CLEAR om de programmering te verlaten.
4 Paneel status Deze functie toont alle ingangen in alarm, sabotage-alarm, overbrugd of geactiveerd, en eventuele systeemalarmen. Er zijn menu-opties beschikbaar waarmee u deze condities apart kunt weergeven. De optie kan echter worden gebruikt om alle ingangen te controleren die aandacht behoeven.
5 PIN wijzigen 1>PIN code ********** Indien u daartoe rechten heeft, kunt u uw eigen PIN-code wijzigen met menu 5. De PIN-code methode van het Advisor Advanced-systeem kan op één van de volgende manieren worden geconfigureerd: • PIN-codes worden door het systeem gegenereerd. De gebruiker kan alleen een nieuwe PIN-code aanvragen.
7 Service Met dit menu kunt u een aantal service opties uitvoeren, die hieronder worden beschreven. 7.2 Looptest 2>Looptest 3 Handmatige tst Met een looptest kan de gebruiker alle detectoren in de geselecteerde gebieden testen. U voert als volgt de looptest uit: 1.