zorg ervoor dat snijrand hierbij niet bot wordt
(Figuur 85).
12. Herhaal deze procedure bij alle maaidekken die
worden gewet.
Als u klaar bent met wetten, moet u de wetknoppen
weer in de voorwaartse stand zetten, de stoel laten
zakken en alle wetpasta van de maaidekken wassen.
Stel indien nodig het contact tussen de messenkooi
en de snijplaat af.
Opmerking: Als de wetknoppen na het wetten
niet in de voorwaartse stand worden gezet, zullen de
maaidekken niet omhoog komen of naar behoren
werken.
Afstelling van de snelheid
waarmee het maaidek wordt
neergelaten
De machines zijn in de fabriek afgesteld voor de meeste
maaiwerkzaamheden die moeten worden verricht op
een fairway.
Met de volgende opties kunt u de machine afstellen voor
specifieke werkzaamheden:
Figuur 85
De hefcircuits van het maaidek zijn voorzien van
afstelbare kleppen om de maakdekken in de gewenste
mate neer te laten. De afstelling gaat als volgt:
Laat de tractie-eenheid lopen totdat deze de
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
1. Ga naar de kleppen op het verdeelstuk van de lift
om het maaidek (of de maaidekken) op de gewenste
hoogte te zetten (zie tabel en Figuur 86 en Figuur 87).
Klep
FC1
FC4
FC5
FC6
FC7
Model 03808 en 03813
1. Afstelklep voor maaidek #1 (middelste frontmaaidek)
2. Afstelklep voor maaidekken #4 & #5 (buitenste
frontmaaidekken)
3. Afstelkleppen voor maaidekken #2 & #3 (achtermaaidekken)
58
Betreffende maaidek
#1 (middelste frontmaaidek)
#4 & #5 (buitenste
frontmaaidekken)
#2 & #3 (achtermaaidek)
#6 (achtermaaidek links)
#7 (achtermaaidek rechts)
Figuur 86