Inhoudsopgave
Advertenties
BEDIENING
Brandstofkraan
Met de brandstofkraan [1] wordt de verbinding tussen de
brandstoftank en de carburateur geopend en gesloten.
Gashendel
De gashendel [1] heeft de volgende standen:
D
C
C
Voor het opnieuw starten van een motor en
SNEL
voor het maaien.
D
LANGZAAM
Voor stationair draaien van de motor.
F
STOP
Om de motor af te zetten.
Mesbedieningssysteem
Het draaien van het mes
wordt geregeld door de
mesbedieningshendel [1] en
de Roto-Stop-hendel [2].
Duw de hendel tegen de
handgreep en druk op de
Roto-Stop-hendel om de
messen in te schakelen. Dan
laat de Roto-Stop knop los.
DICHT
[1]
OPEN
STOP
[1]
[2]
[1]
Smart Drive
-bediening
De Smart
Drive-bedieningseenheid [1]
kan hoger of lager ingesteld
worden in één van de vijf
standen.
1. Verschuif de
meerstandenregelaar [2]
naar links om de
bedieningseenheid te
ontgrendelen.
2. Verplaats de Smart
Drive-bedieningsknop omhoog of omlaag, in de meest
comfortabele stand.
3. Laat de meerstandenregelaar los en laat deze ingrijpen.
Probeer de stand van de Smart Drive™-bediening niet te wijzigen
wanneer de maaier in beweging is.
Maaihoogtehendels
De maaihoogte kan op zes
niveaus worden ingesteld.
Deze zijn hiernaast bij
benadering aangegeven.
De feitelijke maaihoogte is
afhankelijk van de conditie
van het gazon en de
bodemgesteldheid.
Elk wiel heeft een eigen
maaihoogtehendel [1].
Maaiselrichterknop
De maaiselrichterknop [1]
regelt het opvangen in
zak, mulchen, en afvoer
aan de achterkant. De
knop heeft tien
instelmogelijkheden.
NEDERLANDS
[2]
20 mm
32 mm
46 mm
62 mm
75 mm
[1]
[1]
[1]
88 mm
100 mm
5
Advertenties
Inhoudsopgave
