Ultra Allround
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
Schakelbeschrijving
Voor alle apparaten is een voedingsspanning van 230 V AC vereist.
Op de elektrische behuizing is altijd een afsluitbare werkschakelaar aangebracht en aangesloten.
In de fabriek gemonteerde actoren zijn op de klem aangesloten. Voor de ventielaandrijvingen zijn passende steunklem-
men beschikbaar.
Er kunnen alleen 24 V DC ventielaandrijvingen open/dicht worden aangesloten.
De gebruikte EC-ventilatoren worden via het toerental met een 0-10 V DC-signaal door KaControl aangestuurd. De 'intel-
ligente' motorelektronica detecteert een eventueel ontstane motorstoring en schakelt de ventilator automatisch uit.
Bij een condensaatalarm wordt het ventiel (Y1) actief gesloten.
Motorstoringsmelding is voor het potentiaalvrije contact f.e1/f.e2 (30 V DC / 2 A) beschikbaar.
Condensaatalarm is voor het potentiaalvrije contact c.a1/c.a2 (30 V DC / 2 A) beschikbaar.
Op de besturingsplaat bevinden zich verschillende led's voor optische weergave.
De besturingsplaat is voorzien van een fijndraadzekering.
Afb. 13: Elektrobox openen.
2
1
Afb. 14: Elektrobox
1
Voedingsspanning 230 V
Ventielaandrijving, optioneel klepaandrijving en optioneel con-
3
densaatalarm
DIP-schakelaar
5
7
Aansluiting KaController en stuurcontacten
38
3
6
7
5
4
2
Optioneel voedingsspanning condensaatpomp
Potentiaalvrije storingsmeldingen (motor en condensaat)
4
Stekkerplaats interfacekaart
6