6.5
Installatie
Hydraulische aansluiting
Let bij de hydraulische aansluiting op het volgende:
Veiligheidstechnische onderdelen (expansievaten, overdruk- en overloopkleppen) installeren en controleren.
Condensaatleidingen met voldoende doorsnede zonder knikken en vernauwingen met afschot naar de bouwzijdige wa-
terafvoerleiding aanleggen.
Voldoende ruimte voor luchtgeleiding (luchtaanzuiging en -uitstroming) laten.
Let bij koeling ook op de volgende punten:
Breng de ononderbroken, stoomdiffusiedichte isolatie bij alle watervoerende onderdelen (leidingen, kleppen, aansluitin-
gen) telkens tot aan het apparaat aan.
Kies geschikte leidingophangingen (koelklemmen) voor het koelen.
Kies een voldoende grote diameter van de condensaatleiding.
Sifons (indien aanwezig) in de condensaatleiding tegen uitdroging beschermen.
Ultra Allround
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
23