Mei 2020
4.1.2
De transmitter aarden: optie 2
Procedure
1. Verbind de afscherming van de signaalbedrading met de
afscherming van de sensorbedrading.
2. Zorg dat de twee afschermingen aan elkaar bevestigd zijn en
elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing.
3. Aard de afscherming uitsluitend aan de voedingszijde.
4. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van de
omliggende geaarde objecten.
A. Sensordraden
B. Transmitter
C. Aardingspunt afscherming
D. 4-20 mA-kring
Opmerking
Verbind de afschermingen zo met elkaar dat ze elektrisch geïsoleerd
zijn van de transmitter.
Snelstartgids
A
Snelstartgids
B
C
DCS
D
13