Snelstartgids
Tabel 6-1: Transducerblokparameters (vervolg)
Parameter
SPECIAL_SENSOR_CSPECIAL SEN-
SOR_C_X
SPECIAL_SENSOR_R0SPECIAL_SEN-
SOR_R0_X
6.2
Functieblok analoge ingang (AI)
Het AI-blok verwerkt de meetwaarden van veldinstrumenten en stelt de
uitgangen beschikbaar aan andere functieblokken. De uitgangswaarde van
het AI-blok is in meeteenheden en bevat een statusaanduiding voor de
kwaliteit van de metingen. Gebruik het kanaalnummer voor het definiëren
van de variabele die door het AI-blok wordt verwerkt.
Verifieer op zijn minst de parameters van elk AI-blok in
Opmerking
Alle instrumenten worden geleverd met de geplande AI-blokken, wat
betekent dat de gebruiker het blok niet hoeft te configureren of dat hij of zij
de af-fabriek standaardkanalen gebruikt.
Tabel 6-2: Parameters AI-blok
Configureer één AI-blok voor elke gewenste meting.
Parameter
KANAAL
LIN_TYPE
XD_SCALE
18
Opmerkingen
Keuzemogelijkheden:
1. Sensor 1
2. Housing Temperature (temperatuur behuizing)
Deze parameter bepaalt de relatie tussen de blokingang en de
blokuitgang. Omdat de transmitter geen linearisatie vereist, is
deze parameter altijd ingesteld op No Linearization (geen li-
nearisatie). Dat betekent dat het AI-blok alleen schaling, filter-
ing en limietcontrole uitvoert op de ingangswaarde.
Stel het gewenste meetbereik en de meeteenheid in. Kies een
van de volgende eenheden:
•
mV
•
ohm
•
°C
•
°F
•
°R
•
K
Opmerkingen
Voer sensorspecifieke coëfficiënten in
Voer sensorspecifieke coëfficiënten in
Tabel 6-2Tabel
Emerson.com/Rosemount
Mei 2020
6-3.