Mei 2020
5. Er moet een geschikte behuizing met de certificatie Ex d of Ex tb
worden aangesloten op temperatuursondes met behuizingsoptie
"N".
6. De eindgebruiker moet zorgen dat de externe
oppervlaktetemperatuur op de apparatuur en de hals van de DIN-
uitvoering van de sensorsonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
7. Niet-standaard lakopties kunnen risico's in verband met
elektrostatische ontlading veroorzaken. Vermijd installaties die
elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en
reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem
contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld
via een speciale optiecode.
7.8
Brazilië
7.8.1
E2 INMETRO drukvast en stof
Certificaat:
Normen:
Markerin-
gen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie de productbeschrijving voor informatie over de grenzen aan de
omgevings- en procestemperatuur.
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een
ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Raadpleeg zo nodig de fabrikant voor informatie over de afmetingen
van de drukvaste naden.
7.8.2
Intrinsieke veiligheid I2 INMETRO
Certificaat:
Normen:
Markeringen: [Fieldbus]: Ex ia IIC T* Ga (–60 °C ≤ T
Zie
Tabel 7-5
Snelstartgids
UL-BR 13.0535X
ABNT NBR IEC 60079-0:2013, ABNT NBR IEC
60079-1:2016, ABNT NBR IEC 60079-31:2014
Ex db IIC T6...T1 Gb; T6...T1: (–50 °C ≤ T
(–50 °C ≤ T
≤ +60 °C)
a
Ex tb IIIC T130 °C; IP66; (–40 °C ≤ T
[Fieldbus]: UL-BR 15.0264X [HART]: UL-BR 14.0670X
ABNT NBR IEC 60079-0:2013, ABNT NBR IEC
60079-11:2013
ia IIC T* Ga (–60 °C ≤ T
voor de eenheidsparameters en temperatuurclassificaties.
≤ +40 °C), T5...T1:
a
≤ +70 °C)
a
≤ +** °C) [HART]: Ex
a
≤ +** °C)
a
Snelstartgids
29