Leidraad voor het opsporen van storingen
Display
01
Fout in initialisatie systeem: de ECU zou storingen kunnen vertonen, vervangen.
Fout in communicatie systeem: verbindingen van communicatiekabels en andere
02
kabels controleren. Als het probleem niet wordt opgelost, proberen de PCU of ECU te
vervangen
03
Fout door instellen van ongeldige optie: de juiste optie instellen.
Fout schakelaar op de onderwagen ON bij aanzetten: controleer de kabels van de
12
schakelaar en of de schakelaar niet geblokkeerd is.
Fout kantelbeveiliging: controleren of de kantelbeveiligingen uitgeklapt zijn, de
18
eindschakelaars nakijken. De kabels van de schakelaars, de eindschakelaar voor het
dalen en de verbindingen nakijken.
Fout druksensor: de kabels naar de sensor en de sensor zelf nakijken. Ook controleren
31
of de correcte optie voor de load sensing geselecteerd is of niet.
Fout hoeksensor: de kabels naar de sensor en de sensor zelf nakijken. Ook controleren
32
of de correcte optie voor de load sensing geselecteerd is of niet.
Melding schakelaar voor sturen naar links op platform ON bij aanzetten: controleer of
42
niets de schakelaars van de joystick ingedrukt houdt. Overweeg anders het vervangen
van de joystick of van de PCU.
Melding schakelaar voor sturen naar rechts op platform ON bij aanzetten: controleer of
43
niets de schakelaars van de joystick ingedrukt houdt. Overweeg anders het vervangen
van de joystick of van de PCU.
Fout schakelaar voor activering joystick ON bij aanzetten: controleer of niets de
46
activeringsschakelaar ingedrukt houdt. Controleer ook de parameters van de neutrale
zone. Overweeg anders het vervangen van de joystick of van de PCU.
Melding joystick platform niet in neutrale stand bij aanzetten: controleer of de joystick in
de neutrale stand staat (verticaal). Controleer de instelling van de parameter van de
47
neutrale zone in de Dingli Scissor Programmer. Overweeg anders het vervangen van
de joystick of van de PCU.
Fout spoel voor vooruitrijden: de aansluitingen op de spoel nakijken en controleren of
52
ze goed vast zitten. Zo ja, controleren of de spoel open is of in kortsluiting.
Fout spoel voor achteruitrijden: de aansluitingen op de spoel nakijken en controleren of
53
ze goed vast zitten. Zo ja, controleren of de spoel open is of in kortsluiting.
Fout spoel voor opheffen: de aansluitingen op de spoel nakijken en controleren of ze
54
goed vast zitten. Zo ja, controleren of de spoel open is of in kortsluiting.
Fout spoel voor dalen: de aansluitingen op de spoel nakijken en controleren of ze goed
55
vast zitten. Zo ja, controleren of de spoel open is of in kortsluiting.
Fout spoel voor naar rechts sturen: de aansluitingen op de spoel nakijken en
56
controleren of ze goed vast zitten. Zo ja, controleren of de spoel open is of in
kortsluiting.
Fout spoel voor naar links sturen: de aansluitingen op de spoel nakijken en controleren
57
of ze goed vast zitten. Zo ja, controleren of de spoel open is of in kortsluiting.
Fout algemene remspoel: de aansluitingen op de spoel nakijken en controleren of ze
58
goed vast zitten. Zo ja, controleren of de spoel open is of in kortsluiting.
BEDIENERSHANDLEIDING met informatie over het onderhoud
Beschrijving
47
Gebruiksaanwijzing