24 Beweeg langzaam de knop in de richting
van de blauwe pijl.
⊙ Resultaat: het platform moet stijgen. De
kantelbeveiligingen moeten uitklappen.
25 Laat de knop los.
⊙ Resultaat: Het platform stopt te stijgen.
26 Houd de schakelaar voor de activering van
de functie ingedrukt. Beweeg langzaam de
joystick in de richting van de gele pijl.
⊙ Resultaat: het platform moet dalen. Terwijl
het platform daalt hoort u het daalalarm.
Stuur testen
N.B.: terwijl het stuur en het rijden getest
worden, rechtop op het platform gaan staan
met uw gezicht in de richting van de sturende
kant van de machine.
27 Druk op de knop voor de keuze van de
rijfunctie.
28 Houd de schakelaar voor de activering van
de functie op de joystick ingedrukt.
29 Druk de tuimelschakelaar bovenop de
joystick in de richting van de blauwe pijl
naar links op het bedieningspaneel.
⊙ Resultaat: de stuurbare wielen moeten in de
richting van de blauwe pijl naar links op het
bedieningspaneel draaien.
30 Druk de tuimelschakelaar in de richting
van de witte pijl naar rechts op het
bedieningspaneel.
⊙ Resultaat: de stuurbare wielen moeten in de
richting van de witte pijl naar rechts op het
bedieningspaneel draaien.
Rijden en remmen testen
31 Houd de schakelaar voor de activering van
de functie op de joystick ingedrukt.
32 Beweeg de joystick langzaam in de
richting van de blauwe pijl naar boven op
het bedieningspaneel totdat de machine
BEDIENERSHANDLEIDING met informatie over het onderhoud
⊙ Resultaat: de machine moet zich in de
richting van de blauwe pijl naar boven op
het bedieningspaneel verplaatsen en dan
stoppen.
33 Houd de schakelaar voor de activering van
34 Beweeg de joystick langzaam in de
⊙ Resultaat: de machine moet zich in de
richting van de gele pijl naar beneden op
het bedieningspaneel verplaatsen en dan
stoppen.
N.B.: de remmen moeten in staat zijn de
Beperkte rijsnelheid testen
35 Houd de knop voor de activering van de
⊙ Resultaat: de kantelbeveiligingen moeten
uitklappen.
36 Houd de schakelaar voor de activering van
37 Zet de joystick langzaam in de rijstand.
⊙ Resultaat: de maximumsnelheid met het
platform omhoog mag de 20 cm/s niet
overschrijden.
¤ Resultaat: als de snelheid met het platform
omhoog de 20 cm/s overschrijdt,
onmiddellijk de machine markeren en
buiten bedrijf stellen.
Inclinatiesensor testen
N.B.: voer deze test vanaf de grond uit met het
39
Functionele testen
zich begint te verplaatsen, zet hem dan
weer in de middelste stand.
de functie op de joystick ingedrukt.
richting van de gele pijl naar beneden op
het bedieningspaneel totdat de machine
zich begint te verplaatsen, zet hem dan
weer in de middelste stand.
machine op alle mogelijke hellingen
waar de machine op zou kunnen rijden
stil te laten staan.
heffunctie ingedrukt. Laat het platform
ongeveer 2 meter van de grond stijgen.
de functie op de joystick ingedrukt.