Als er geen handsets en repeaters meer op
de basistelefoon aangemeld zijn, wordt de
DECT-interface van de basistelefoon auto-
matisch uitgeschakeld.
Als u de basistelefoon vervolgens in de aan-
meldmodus plaatst
(
overige handsets/repeaters aan te melden,
dan wordt de DECT-interface automatisch
weer ingeschakeld.
Faxpoort in-/uitschakelen
(vaste lijn/ISDN)
Voorwaarde: uw basistelefoon is aangeslo-
ten op het vaste analoge netwerk of het
ISDN-netwerk
Op de faxpoort van de telefoon kunt u een
faxapparaat aansluiten. Om het faxapparaat
aan te melden op de basistelefoon, moet u
de faxpoort inschakelen.
Bij levering is de faxpoort uitgeschakeld.
Als u de faxpoort inschakelt, wordt hij weer-
gegeven als aangemeld. Aan de poort resp.
het aangesloten faxapparaat wordt het
interne nummer 8 toegewezen. In de lijst
met interne deelnemers wordt INT 8 weer-
gegeven (ook als er geen faxapparaat is aan-
gesloten).
¢
Ï Instellingen
v
¢
FAX-poort
§Wijzigen§
Displaytoets indrukken om de
faxpoort in of uit te schakelen
(³= aan).
Faxapparaat aansluiten,
Standaardinstellingen van de
basistelefoon herstellen
(reset)
Uw individuele instellingen gaan verloren.
Bij het herstellen van de standaardinstellin-
gen
u
blijven handsets aangemeld,
u
wordt de systeem-PIN niet gereset.
¢
pagina 119)
om
¢
Systeem
¢
pagina 130
De volgende instellingen worden gereset
(de met "*)" gemarkeerde instellingen wij-
zigt u met de webconfigurator):
u
de ingevoerde ISDN-MSN's en VoIP-ver-
bindingen (worden gewist)
u
de toewijzing van de inkomende en uit-
gaande lijnen
u
de instellingen voor de belmelodieën en
belvolumes
u
de wekker- en afspraakinstellingen
u
audio-instellingen voor VoIP-verbindin-
gen *)
u
DTMF-instellingen *)
u
eigen kengetal
u
instellingen voor het lokale netwerk
u
de namen van de handsets
u
SMS-instellingen (bijvoorbeeld SMS-
centrales)
u
Eco-modus en Eco-modus+ worden uit-
geschakeld
u
instellingen voor de aansluiting op tele-
fooncentrales
u
instellingen van de antwoordapparaten,
eigen meldingen worden gewist
u
programmering van de functie- en dis-
playtoetsen en van Toets
u
instellingen voor de netwerkdiensten:
oproepdoorschakelingen, doorverbin-
dingen van gesprekken (ECT)
Alle volgende lijsten worden gewist:
u
SMS-lijsten
u
Bellerslijsten
u
Antwoordapparaatlijsten
¢
Ï
¢
v
Systeem
~
Systeem-PIN invoeren en
indrukken.
§Ja§
Displaytoets indrukken.
Na het herstellen van de standaardinstellin-
gen wordt de basistelefoon opnieuw
gestart.
De installatie-wizard wordt gestart
¢
(
pagina
18).
Systeem instellen
¢
Reset
§OK§
147