Als het aantal spuitdoppen op het reduceerstuk
4.
gelijk is aan het aantal spuitdoppen van de
buitenste deelbreedte:
Op de bedieningsterminal de buitenste
deelbreedten uitschakelen
of
Wanneer het aantal spuitdoppen op het
reduceerstuk niet gelijk is aan het aantal
spuitdoppen van de buitenste deelbreedte:
De buitenste spuitdoppen op het spuitdoplichaam
sluiten. Op de bedieningsterminal het gewijzigde
aantal spuitdoppen en de gewijzigde werkbreedte
invoeren.
6.2.6 Spuitvloeistofpomp starten
1. Op de bedieningsterminal in het menu "Profiel"
het pomptoerental voor het spuiten, vullen en
roeren instellen:
Voorwaarde
Lage afgifte, lage rijsnelheid
Grote afgifte, hoge rijsnelheid
2. Op de bedieningsterminal of de TwinTerminal de
spuitvloeistofpomp inschakelen.
6.2.7 Roerwerk instellen
OPMERKING
Het roerwerk blijft normaliter ingeschakeld van
het vullen tot het einde van het spuiten.
Doorslaggevend zijn hierbij de aanwijzingen van
de fabrikant van het preparaat.
Stel het roerwerk voor het inspoelen in.
MG7650-NL-II | C.1 | 20.10.2023 | © AMAZONE
6 | Machine voorbereiden
Machine voorbereiden voor het gebruik
Pomptoerental
400 1/min
540 1/min
CMS-T-00013417-A.1
CMS-T-00014451-A.1
107