ASC 5300 G
2
Veiligheid
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade veroor-
zaakt door:
Beschadigingen aan het product door mechanische invloeden en
overspanningen
Veranderingen aan het toestel zonder uitdrukkelijke toestemming van
de fabrikant
Gebruik voor andere toepassingen dan die in de handleiding
beschreven
Reparatie van het servicetoestel door niet geschoold personeel
2.1
Algemene veiligheidsinstructies
!
WAARSCHUWING!
Neem de nationale arbo- en veiligheidsvoorschriften in acht.
Neem de veiligheidsinstructies in deze bedieningshandleiding in acht.
Het AirConServiceCenter mag uitsluitend door personeel gebruikt
worden dat een geschikte technische opleiding kan aantonen en de
werking en de grondbeginselen van het AirConServiceCenter, van
koelinstallaties en airconditioningtoestellen alsook van koude-
middelen kent.
Het AirConServiceCenter mag uitsluitend door personeel worden
gerepareerd dat door Dometic werd geautoriseerd.
Gebruik dit toestel alleen waarvoor het bestemd is.
!
VOORZICHTIG!
Voer geen wijzigingen of ombouwwerkzaamheden aan het
AirConServiceCenter uit.
Voer onderhoudswerkzaamheden aan de voertuigairco niet bij een
bedrijfswarme motor uit.
Voor onderhoudswerkzaamheden aan de airconditioning van het
voertuig moet de oppervlaktetemperatuur van aangebouwde of
naastliggende onderdelen lager zijn dan 405 °C.
Verwondingsgevaar door barstende componenten bij het over-
schrijden van de toegestane temperatuurgrenzen
Transporteer het AirConServiceCenter alleen zonder koudemiddel
om een overdruk te vermijden.
Het AirConServiceCenter mag niet in de open lucht worden
opgeslagen.
Bewaar de serviceslangen in de slangentas wanneer het
AirConServiceCenter niet wordt gebruikt.
NL
Veiligheid
7